zaterdag 21 maart 2009

Voor Tippi (en alle oude meisjes)

Als de zon eindelijk haar gezicht aan de horizon laat zien dan zegt ze niet “Fuck me cause I’m a star” maar wacht ze geduldig de haar toebedeelde uren af alvorens kalmpjes, bescheiden en zonder ophef weer naar de onderkant van deze platte schijf te verdwijnen. Ik durf te wedden dat je in veel opzichten zoals de zon bent Tippi, je verwacht niets van en voor de geschenken waarvan wij genieten maar je gaat op het eind steeds bescheiden en trippelend naar je kamer terug, geen vragen worden door je gesteld. Je draagt vilten pantoffels over je fluwelen voeten en je knielt voor machten die je nederig maken. Je bent in geen enkel opzicht een rebel. Je bent niet eens vrijgevochten en op intellectueel gebied stel je geen zier voor (je weet niet wie Plotinus is en je leest de astrologierubriek met net iets te veel aandacht, je denkt dat honden je kunnen begrijpen). Ik zou je erg graag gezoend hebben, maar ik vrees dat je niet van me zou moeten weten hebben mocht ik zulks ver voor mijn geboorte ook werkelijk geprobeerd hebben. Nu ben je al oud, al erg oud.

Ach Tippi, de mensheid stelt geen zier voor. We stinken gezamenlijk als een ademend en stappend beest uit onze orgelachtige muilputten. We zijn altijd maar bezig met allerlei dingen maar kunnen meestal niet vertellen waarom en wat en hoe die dingen zijn en alles blijft altijd superflu. De kern blijft voor ons verborgen en wanneer we eens iets zinnigs zeggen is het per ongeluk. Ik ben niet veel beter, Tippi, ik haat mezelf en ik wil sterven. Maar dat gaat niet zo eenvoudig en ik vrees dat ik er niet voor geschikt ben, voor dat sterven.

Wat moet je doen als je niet kan leven en niet dood kan gaan? Dan moet je in de ijle storm met gebukt hoofd toch maar door, omdat de inertie heerst en tegen beter weten in, hier en daar de hagelbrokken het hoofd biedend en de ergste kou en pijn negerend. Daar is niets heroïsch aan, dat is vreselijk zielig nu ik er eens over nadenk.

Jij bent dan toch anders, zoals jij in een kleine ruimte met een paar camera’s en wat tekst een betekenis kan creëren, die misschien niet algemeen of zelfs langdurig geldig is maar die voor tenminste 90 minuten toch wel wat troostgevend is. Je werk, de pellicule waarop je staat en al die handelingen die je begaat werken bij jou en de kijkers uiteraard enkel bij gratie van het escapisme, maar ik zie niet in wat het leven meer is dan aan de dood ontsnappen.

Er zijn, als ik het zo even op mijn vingers tel, minstens vijf mensen die me liever dood dan levend willen zien, een handvol. Je denkt wellicht “wat een vreselijke lui”, want je vindt me nu al erg geschikt en brutaal eerlijk en ook wat sympathiek, maar schort je oordeel nog even op Tippi, want ik heb die lui vreselijke dingen aangedaan. Ik heb hen vooral belogen. Mensen vinden dat niet kunnen, ik weet ook niet goed waarom, ik begrijp er geen sikkepit van. Ik ben een pathologische leugenaar. Dat is erg als je dat erg vindt en minder als je het zelf doet maar wat maakt een leugen uit met het oog op de ene permanente waarheid dat het (dierlijke) bestaan een belachelijk fletse soep van emoties en geweld is? Ik zie niet in wat het leven meer is dan liegen over wat je doet tot de waarheid je achternakomt en je neersabelt met de fysica als theoretische stut in zijn achterzog. Om die reden kan ik je wel zeggen: Tippi, als je me zou zoenen zou ik je nooit verraden. Als je me zou houden zou ik van je houden en ook in de dood zou ik stil en aandachtig bij je blijven. Laat me je boezem kussen en ik zal je niet voor takkenwijf verslijten en je haren niet aan de mussen voeren. Ik zal geen wormen over je rug laten schuiven (hoewel het onvermijdelijk is dat ze erin zullen kruipen). Laat me over je kaken strelen, en ook nog over andere delen als het kan, mag en lekker is, en ik zal nooit met mijn Waterman-pen naar je gooien. Tot zover de theorie. Je zou me maar wat ongemakkelijk maken, als je hier zou zijn, en ik jou ook, het is zoals het is in het echt en daar kan schrijven natuurlijk niets aan verhelpen, maar het is nog altijd beter dan niets. Nu ja, misschien niet beter, het is gewoon meer.

Beste, nee liefste, Tippi, laten we al die theorie toch maar huldigen en de praktijk zich in haar banale nat laten gaarkoken, want het is nog niet te laat. Neem nu het vliegtuig naar Zaventem, Brussels airport, dat is in België, huur een taxi en rijd naar Gent. Duw op mijn deurbel en zeg, “Ik ben speciaal voor je uit de states gekomen en je hebt niet eens een pak aangetrokken.” Glimlach. Ik zal verbaasd kijken, zij het voor maar heel even. Ook al ben je al 79 nu, je rimpels hinderen niet en als het echt aan je vreet zal ik een foto van vroeger over je gezicht plakken. We zullen even praten en dan vrijen. Ik zal niet naar je verouderde, bijna antieke, lichaam kijken, ik zal je haren alleen op de juiste plekken achten, ik zal je knoken niet bevoelen en ik zal je niet ongewild wakker maken. Misschien zal je na onze activiteiten alles staken, maar dat heb je niet in de hand, vermoed ik. We zullen ons gelukje kennen en dan zal het afgelopen zijn. Kortstondigheid is het meest tragische dat geluk kan overkomen. Maar, zoals een schrijver ooit zei, zo gaan die dingen.

Alle liefs en voor altijd de jouwe.
F.

2 opmerkingen:

Marnie zei

Allerliefste Frank,

Ik hou van je. Je bent mijn Arcadië in de ruigte. Ik ben verslingerd aan je intellectuele beknorringen. Je algehele aanwezigheid is altijd en overal gewenst. Naast de kamperfoelie, tijdens een aardappelgeschil, op een soiree, in de moestuin.. ik noem maar wat. Ik ben de frêle prinses die zittend op haar chaise longue naast haar dressoir van een kopje jasmijnthee nipt en in al die gedateerde knusheid wegmijmert over ons gelukje. Kortstondigheid is een relatief begrip voor me momenteel, maar laat me toe te zeggen dat angst hier een erg bepalende factor is.
Ik ben niet veel beter Frank, ik haat mezelf en ik wil sterven.
Het probleem zit hem dus niet in het vreemde, maar in het vertrouwde.
Kon ik maar toegeven aan de recreatie die in onze lichamen tintelt..
Het zonlicht zal daardoor echter niet feller stralen gaan. ’s Morgens zal ik wakker worden en er zal geen troost meer zijn. Daarom vraag ik je met aandrang : hou van me. Hou van me zoals je van een exotische vogel zou houden. Haal me niet uit mijn kooi, want dan ben ik reddeloos verloren.

Fladderend en voor altijd de jouwe,

T.

Anoniem zei

Mag da een kooitje zijn van dierenwinkel 'Goossens' op den hoek daar? Ik heb gehoord dat ze daar vrij goedkoop zijn...en alst toch alleen maar om te sterven is, ebde zo'n luxe van twee stokskes en een waterfleske met meter toch allemaal nie nodig eh?

Ook voor altijd de jouwe,

M.