dinsdag 22 april 2008

Opa, the sequel.

Hij zag geel en er zaten overal buizen in zijn lijf. Tot zover het conventionele.
Ze vertelden tegen elkaar; "Hij ziet er erg slecht uit." en "Hij zal het niet lang meer maken", of "Laat het nu maar vlug gedaan zijn." Dat zegt men dan. Ik kon me er niet toe brengen om dat lichaam aan te raken, dat ding dat daar lag, niet meer mijn grootvader. Hij gaf me nog een hand op het laatst, zijn handpalmen waren klam, ik beeldde me allerlei groteske immunologische dingen in. Soms dacht ik erg blasfemische dingen, maar niet over God, wiens grote onverschilligheid wij hem zeker moeten vergeven. Waarschijnlijk werkt Hij in een plasticfabriek en is Hij zodanig gefocust op het spenderen van zijn zuurverdiende geld aan een of ander nieuw snufje van Sony dat hij niets anders meer opmerkt. "Nog enkele honderden euro's.", denkt hij elke keer opnieuw. En als je hem enkele euro's later dan vraagt of hij er veel plezier aan heeft, aan zijn snufje, dan lacht hij je uit: "Ik ben aan het sparen voor een mountainbike, nu, wat kan mij de Powerstation 3 nog verdommen." Gotterdammerung.

Vervolgens ging hij dood, opa, niet God. Ook; hij legde het bijltje neer, hij gaf zijn pijp aan sinte Maarten, hij danste zijn laatste wals, hij betrad zijn laatste oever, hij keek Chaaron in het gezicht. Een beetje peuterachtiger: hij was ribbedebie. Waarschijnlijk bescheet hij zich. Ik hoop dat ik als ik sterf, zo ongeveer in het jaar 2548, een enorme schijtplek achterlaat waar ik lag. Zo geef je je nabestaanden tenminste waar voor hun geld. Ze zeggen dat het cynisch is om zoiets te zeggen. Sommige mensen zouden nog geen grap herkennen als ze zestien meter zou zijn en een fluogroene boerka zou dragen.

Sommige mensen, breek me er de bek niet over open.

Hij gaf me nooit goede raad, hij was niet mijn held, hij was geen heilige, hij was geen voorbeeld voor andere mensen en ik heb hem nooit een zinnig woord horen zeggen.
Maar toch wou ik dat ik zijn lichaam het mijne iets meer geraakt zou hebben. "Een knuffel", zouden sommige mensen zeggen. Ze zouden waarschijnlijk ook zeggen: "Gezellig" en "Het is hier echt genieten" en "Gewoon lekker niets doen". Laat ik het maar houden op een aanraking met betekenis, een blijk van begrip, van het ene sterfelijke wezen tot het andere.

Als redelijk goed substituut daarvoor stak ik me weg achter humor, doorbrak ik pijnlijke stiltes met nietszeggen opmerkingen en kreeg ik regelmatig waterige ogen waarna ik over het weer begon. If you wanna talk about inadequate, well that's inadequate for you.

Ik flans graag Engelse zinnen tussen al het Nederlands, dan krijg ik de indruk dat ik loskom van al die flanellen lullen als Lampoo, Vandeloo en Daisnes. Met dank aan Herman Brusselmans die ik in de vorige zin schaamteloos plagieerde. Maar ook hij is een flanellen lul, een gevoelige jongen met een delicate pen. Hij houdt van honden. Ze zeggen dat dierenliefhebbers gevoelige mensen zijn. Men placht dan te zeggen dat Hitler ook van honden hield. Alsof dat ergens op slaat. Paris Hilton houdt ook van honden. Ik niet. Ik houd niet eens van mensen, waarom zou ik dan houden van iets dat nog dommer is?

Hij leeft ergens achter een vitrine. Hij heeft zijn woonkamer ingericht achter een grote glazen ruit in een bocht van negentig graden met het trottoir. Dat wil dus zeggen dat hij achter een groot straatraam zit. Hij vindt het blijkbaar een te grote moeite om gordijnen te laten installeren, of hij kan ze niet betalen. Misschien is er een speciale reden voor zijn exhibitionisme. Ik heb het raden naar zijn specifieke drijfveren. Elke dag na mijn werk passeer ik zijn vitrine en dan zit hij daar naar de voorbijgaande mensen te kijken. Hij is grijs, oud, ernstig en waarschijnlijk verdrietig of erg ziek.

De eerste keer dat ik hem zag ging er een schok door me heen. Het moet zo'n week na de begrafenis van mijn grootvader geweest zijn. Ik liep een beetje verdwaasd over straat, ofwel omdat ik de dag ervoor dronken was geweest, ofwel omdat ik de zintuiglijke indrukken van de drukke straten niet kon verwerken, waarschijnlijk een combinatie van de beide. Ik liep voorbij de hoeren aan het zuid, over het Sint-Annaplein de volgende straat in. Ik stapte nog een honderdtal meter en keek toen achteloos en weinig bewust naar rechts. De ademende vleeswaren die daar uitgestald zaten benamen me prompt de adem. Opa 2; Grootvader with a vengeance

Je dode opa met een hollywoodfilm vergelijken, dat noemt men: slechte smaak hebben. Wat er ook van zij, alle kenmerken van de regelrechte Hollywoodsequel gingen op. Ik dacht eerst: "Leuk, nog eentje, kan wel tof zijn." maar ook "Godverdomme, gaan ze nu weer uit datzelfde vaatje tappen." Het verhaal viel tegen, aangezien de man achter een glazen ruit zat, en de film dus stom bleef, maar zoals dat gaat waren special effect duizelingwekkend.

Sinds die dag is opa 2 mijn vrolijke metgezel. Elke dag passeer ik zijn raam en ik ben al zover gekomen dat ik hem nu elke dag met een vriendelijke hoofdknik begroet. Vooralsnog knikt hij niet terug. Maar het komt. Ik zou het erg treurig vinden mocht hij op een dag niet meer aan zijn raam zitten.

Als een goede ingebeelde kleinzoon ben ik erg bezorgd over hem. Hij kijkt nooit erg gelukkig. Is hij ziek? Heeft hij wroeging over iets? Heeft hij misschien één keer te veel de smeerlap uitgehangen tegen vrouwen en hij daar spijt van? Heeft iedereen hem in de steek gelaten omdat hij een onplezierige lichaamsgeur heeft? Is hij een gefrustreerde universiteitsemeritus, die nooit die ene vergelijking in overeenstemming met de rest van zijn theorie heeft kunnen brengen?

Op een dag, voor hij finaal verdwenen is, zou ik eens bij hem willen aanbellen. Ik zou hem zeggen: "Vertel me eens meneer, wat u zo dwarszit." Hij zou me alles vertellen. Ik zou geen angst voelen voor zijn lichaam en gaandeweg zou hij mijn hand voorzichtig op de zijne leggen. Hij zou zeggen: "Het is goed geweest." en dan zou hij me innig omhelzen.

Maar ik durf het niet, dat aanbellen. De werkelijkheid valt ook altijd zo tegen. Ouwe mensen zijn meestal niet rozig, melancholisch en gevoelig maar in de regel zijn ze klagerig, ouderwets en hopeloos woedend op alles wat naar jeugd ruikt.

Hij zou maar eens die ene uitzondering zijn. Dan zou ik nogal wat missen. Als je uitgaat van de slechtheid van mensen maak je niets mee in je leven. Kan je evengoed alleen in de woestijn gaan leven. Je zal het zien op een dag bel ik aan, en het zal me misschien wel voorgoed geestelijk verheffen. Tot die dag verblijf ik bij jullie, mijn goede vrienden, een neurotische twijfelaar in gelijkgestemd gezelschap.

Geen opmerkingen: