zaterdag 5 mei 2012

Over liefde en de noodzaak om uzelf door uwe kop te schieten, zo nu en dan

Ze hebben het over de Liefde, kapitaal en onversneden en absoluut. Ge ziet het woord opduiken in de boekskes, en op de radio, en op de tv zelfs, maar wie kan er nog zeggen dat hij echt weet waar het allemaal om gaat? Geen mens en maar goed ook, want het is met dat liefhebben gelijk met al de rest in het leven, leg het bloot en ontleedt het en blijf er maar over praten en neuten en zeveren en ge zult zien dat er op het einde geen flard van overschiet. We praten onszelf kapot, we analyseren onszelf aan flarden. Ik ben een mens die graag zijn gedacht zegt over allerlei dingen en dinges, en graag met veel woorden ook, en soms is er wel iemand die een keer wil luisteren en op het einde van mijn gelul zelfs moemelt dat het interessant was, maar na een tijdje als die ene bewonderaar dan weg is, als hij er al was, moet ge toch toegeven dat ge in de woestijn zit en dat zelfs de zandkorrels van u wegrollen, alsof ge besmettelijk geworden zijt en er niets nog in uw buurt kan blijven. Als zelfs de bomen en het water naar de andere kant kijken als ze u af zien komen weet ge dat het tijd is om voor een tijd uw muil te houden. Maar zal mij dat tegenhouden om toch te spreken, om het discours te laten ophouden en nu uiteindelijk een keer gelijk een mysticus de ervaring onversneden en verzwakt door te veel woorden en zinnen en betekenissen op mij te laten afkomen? Bah nee, ik ben een ijdel en al te vergeetachtig beest, en na de laatste keer dat ik gezworen heb om nooit meer te spreken, eloquent of niet, komt er altijd wel nog een laatste keer, en nog één, en nog één, tot er weer een hele hoop eenzaamheid en onbegrip is om over te klagen en te zuchten en te ziften. Ik zal dus nog maar een keer zeggen wat de liefde is, zodat ik daarna kan zeggen dat niemand het verstaan heeft en dat zelfs een hond die zijn eigen kak opeet nog intelligenter is dan de meeste mensen.

Awel, liefhebben is in de eerste plaats geen goesting hebben om uzelf door uwe kop te schieten. Dat is een observatie die al lang geleden gemaakt is, maar ze blijft vandaag zo waar als honderd of zelfs vijf jaar geleden. Als ge uzelf door de kop wil schieten ziet ge maar één persoon graag en dat zijt ge zelf, en zo’n reflexieve relatie kunt ge moeilijk liefhebben noemen. Liefhebben is vooreerst naar buiten gericht, het heeft geen betrekking op uzelf, het gaat uit en naar buiten, het reikt, gelijk een klein manneken dat op zijn kop valt en met zijn kleine handjes naar zijn moeder tast. Ik geef toe dat er veel momenten zijn geweest waarop ik mijzelf door de kop wou schieten, en er zullen er waarschijnlijk ook wel nog veel komen en misschien is het stom dat ik het niet gedaan heb en het zou me alvast bespaard hebben om over zulke dingen te neuten. Een op zichzelf gericht gevoel van misbehagen staat dicht bij haat, het is u slecht voelen in de wereld en er geen deel meer van willen uitmaken, anders gezegd, het gaat om een slechte relatie met de wereld hebben en er een breuk mee willen maken. Ge moet daarvoor natuurlijk niet noodzakelijk een kogel door uw kanis jagen, er zijn ook nog meer drastische manieren om te breken met alles. Ge kunt dan evengoed besluiten om een school vol kleuters uit te moorden, als ge meer van het externe agressieve type zijt, het maakt dan allemaal niets uit. Als er geen harmonie en geen aanvaarding van de omstandigheden is dan is er niets, noch geen granuleke stof, wat volgens den Bijbel toch wel het minimum is om iets mee aan te vangen. Ge moet alles aanvaarden om iets te kunnen geven, hoe klein het ook is. Om lief te hebben moet ge eerst in een bui zijn waarin ge liefde voelt en die dan uitspuwen naar iemand die ze misschien wel zal aanvaarden, of misschien ook niet, dat maakt eigenlijk ook al geen kloten uit, als het maar marcheert.

Liefde is in de tweede plaats geloven dat er dingen van waarde zijn en er waarde aan hechten om ze te verdedigen. Als ge alles oké vindt en alles en iedereen lief wilt hebben evengoed als ge ze zou kunnen haten, zult ge al vlug niets meer voelen, en blijft er op het einde niets over behalve een leeg en ijskoud bestaan alleen. Het is gelijk die mensen die bij een hobbyclub gaan, niet echt omdat ze geïnteresseerd zijn in postzegels of salsadansen maar omdat ze toch maar iets moesten kiezen en dan maar iets gekozen hebben waar ze eigenlijk niet echt achterstaan, en de echte fanatieke mannen die postzegels wel echt belangrijk vinden voelen dat dan en ze worden na een tijd gelyncht en boven een spit gebraden. Ge moet zorgvuldig selecteren wat er de moeite waard is en wat niet, en daar dan aan blijven haken, en als ge dat niet kunt moet ge u door uw kop schieten, want dan zijt ge geen schup voor uw kloten waard. Als alles evenveel waard is dan is het niets waard, en dan is het kwaad overal, en dan kan er geen affectie, geen streling en geen genoegen zijn.

Een derde en laatste punt. Liefde is het lichaam dat door de geest aangevuurd wordt, dat wil zeggen liefde is niet echt, niet zoals elektronen echt zijn, het is een door ons mensen bedachte fictie. Er is nergens liefde, daarbuiten, de kosmos is leeg en donker, en als hij het niet is dan is hij wreed heet en onleefbaar. Beesten neuken en vreten en lijden en gaan dan dood, en dat is al veel, maar tot meer zijn ze niet in staat. Laat het ons maar eerlijk zeggen, we hebben de liefde uitgevonden, en we praten er zoveel over omdat we weten dat ze niet echt bestaat, we zijn wanhopig om onszelf ervan te overtuigen dat we geen gelijk hebben in ons diep gevoel dat liefde niet bestaat, en we doen de zotste dingen om het te ontkennen, zoals om half twee ’s nachts een halfzachte verhandeling schrijven in gebroken dialect, in waarachtig Nederlands. Het is goed om te weten dat liefde niet echt bestaat, want het geeft ons de kans om elke keer opnieuw een verhaal te maken en om liefde en affectie te scheppen in die verschrikkelijke verlammende en tonguitrukkende duisternis die ons omringt. Ge moet zeggen: "Bah, duisternis, stinkende liezenotter, weg ermee", en het echt menen, ook. Godverdomme gemakkelijker gezegd dan gedaan. Dan is het eenvoudiger om maar wat rond te neuken en in uw neus te koteren en iedereen zijn kloten af te draaien als ge ze in uw pollen kunt krijgen. Liefde, daarentegen, is een geheel van narratieven die we in onze ballen, baarmoeders en buiken voelen. Liefde is niet denken “ik wil haar neuken” gelijk de beesten die we zijn maar het is denken dat uw wijf geweldig groot en machtig is en zo schoon, gelijk het schoonste dat er ooit geweest is en er ooit zal zijn. En als ge dat niet kunt, omdat ge geen verbeelding genoeg hebt of omdat ge zo droog zijt en vol haat dat ge bijna verdort, dan zijt ge een zielige, stomme mens, en moet ge uzelf maar door uw kop schieten, want dan draagt ge niets bij aan het bestaan en is er niemand die iets aan u heeft, inclusief gijzelf. Mijn laatste zin bevat geen liefde, maar het kan niet alle dagen kermis zijn, zelfs niet in de hel, laat staan in deze nog veel ergere droogkloterij die het leven is.

Geen opmerkingen: