vrijdag 9 juli 2010

Kruise, konverseer, kontakteer, kots, krash

“I want you back/
for the rhythm-attack/
coming down on the floor/
like a maniac.”


Een bekende houseperformer, 3 AM, schouwend over de duistere wateren van zijn privézwembad.


Ik zit in mijn auto, in de file en ik droom van een kleine idylle, een pastorale met jou en een labrador aan onze voeten. We wonen ergens ver weg, mijlen verwijderd van Didier Reynders, Ronald McDonald en olierampen. We hebben geen kinderen omdat er geen leegte te vullen valt. De mistige en nattige nacht vervangt de zompige warmte van de dag in volledige harmonie. Ik kijk naar je en strijk door je haren en er zijn geen anderen (niet meer, dan toch). Je bent voor altijd mooi en de mijne. Mijn rimpels zijn tevreden en mijn maag is gevuld en afwezig blijven de vlammenwerpers en het willen dansen met vreemde stammen. “Dit is mijn leven”, denk ik, maar dat is niet zo erg. We lachen.

Dat gaat van: “ha ha ha.” Zo ongeveer.

God weet dat het een mooie droom is, hoe Hij ook met zijn vingers in zijn oren en zijn ogen dicht “la la la” blijft roepen, als een verwende tiener. Helaas kan ik niet aan onze utopie beginnen, ze niet tot werkelijkheid brengen, want jij bestaat niet en ik heb mijn levensproject van het drinken en reviewen van alle goedkope merken pils nog niet verwezenlijkt. Ook zijn er nog andere belangrijke bezwaren, zoals zoveel mogelijk te beleven op zoveel mogelijk plaatsen. Er is ook nog de vrijheid, die inhoudt dat je je slavernij op je eigen manier mag belijden. Je mag 38 uur per week werken en jezelf een BMW kopen, of je kan ook kiezen om niet werken en wekenlang alleen koolsoep eten. Je kan je moeder uitschelden en je vrienden van je laten vervreemden. Je mag je lief “schnoepie” noemen, haar de schedel inslaan en haar daarna in je tuin begraven, als niemand het maar te weten komt. Zo vrij zijn we wel.

Ik zit in de auto te zompen van de hitte. Links van me zit een korte dikke man met zijn gsm te spelen en naar de ultieme callgirl te snakken. Ze is blond, strak en zonder stembanden, zonder nationaliteit en achtergrond, gewoon gemaakt om te neuken. De enige gelaatsuitdrukkingen die ze heeft zijn extatisch en erg vrolijk. Bij haar kan je hoereren zonder schuld te voelen.

Rechts van me rijdt er een jong meisje met haar handen krampachtig aan het stuur gekluisterd. Ze lijkt bang om het los te laten, alsof ze de penis van een onzeker en infideel vriendje vastheeft. Ik besluit om naar haar te glimlachen, maar ik ben te veel van de facebook-generatie om haar netlogstrak-jeugdigheid niet aan het walgen te brengen.

Gelukkig kan ik al vlug gas geven en de colonne schuift een beetje dichter naar een onbekende bestemming. We stoppen enkele meters verder in een andere onverwachte configuratie. Ik krijg nieuwe buren. Dat is wel even wennen, maar de beklemmende atmosfeer blijft er om ons te begeleiden. Het gas uit de auto’s gaat de lucht in en maakt vogels ziek. Dat heb ik in een wetenschappelijk blad gelezen.

Ik weet zelf niet goed meer waar ik heen rijd, uiteindelijk. Ik duw op goed geluk op het gaspedaal en neem een afrit. Ik vraag me af wat Zorro zou doen als hij een Volkswagen zou bezitten. Ik bereik fabelachtige snelheden, mijn wielen bewegen zich ritmisch op het macadam. Ik kom aan een plein en parkeer mijn kar en ga binnen in een bar. Ik sla snel twee whiskeys achterover. Ik ga naar een discotheek en lach naar vreemden. Ik sluit vriendschap met drie Albanezen. Ik dans met een meisje dat vindt dat ik mooi haar heb. Ze is niet de eerste. Ik vraag haar of ze met me mee naar huis wil komen, maar ze wil niet, want ze heeft een vriend en het ligt allemaal erg ingewikkeld. "Dat wilde ik allemaal niet weten", zeg ik waarna ze in een hoek gaat zitten mokken. Ik bestel meer drank en uiteindelijk ga ik op de straatstenen kotsen. Ik kijk naar de stenen terwijl het slijm uit mijn neus druipt. Het heeft allemaal niets te betekenen.

Nee, dan alleen in mijn bed, met de zonneschijn in mijn hersenen, de narcose in mijn lichaam en je lieve vingers in mijn cortex. Onze vijver aan ons huis aan het meer, vlakbij de immense zwart-groene zee. We willen niet verdrinken, want de oneindigheid is in ons leven. We lachen, lachen, lachen, drinken, drinken, drinken, neuken, neuken, en eten. Er blijft geen tijd over om hem kapot te denken. Onze belevenissen zijn cirkels en we draaien rond gemeenschappelijke spillen, we weten dat niet ons kan doen botsen. Ik kus je hoofd en je gouden krullen. Het is dol om wat anders te willen.

2 opmerkingen:

Hanne zei

Ik ben nog geen 5 zinnen ver en zie het woord labrador staan. Nu durf ik dus niet meer verder te lezen...

Unknown zei

Ik garandeer je dat er niet verwezen wordt naar enige vorm van geslachtelijk contact met het beest. Dat bewaar ik voor een meer specialistische blog...

Hoe is het Hanne?