woensdag 31 maart 2010

Vermoeide brief aan een liefde van lang geleden.

Het is 4u20 en ik zit aan mijn bureau, in de kamer met de boeken in het stof. Met de dode plant en de foto van ons in Barcelona aan de muur. Het klavier van de oude tekstverwerker klettert als een blasfemie door de stilte. Jij ligt in de kamer hiernaast te slapen, of dat leidde ik toch af uit het bewegen van je borst(en). Je borsten zijn twee ovalen zakjes die me lang geleden seksueel plachtten op te winden. Ik vind het nog steeds aandoenlijk om ze te zien bewegen, terwijl je in diepe slaap ligt, maar geil maken ze me niet meer. Het zou kunnen dat je ondertussen ook met je ogen open naar het plafond ligt te staren. Ik hoop van niet.

Ik heb daarnet naar porno gekeken. Eerst een blondine die met lange halen van haar tong de ballen van een man likte. Daarna twee negerinnen, ééntje wat donkerder dan de andere, die elkaar begonnen te kussen en uit te kleden natuurlijk. Het deed me niet echt iets. Ik vond mijn piemel maar zielig, in dit late elektrische licht. Ken je dat gevoel van onbehagen dat je bij opkomende geilheid soms overvalt? Misschien niet. Ik heb de venstertjes na 2 minuten dichtgeklikt. Wat heb ik nog aan al dat 2D-gelul, aan films, boeken, plaatjes en theorieën? Ik heb je lichaam nodig.

Nu ja, ik heb een lichaam nodig. Elk lichaam. Ik mis je, maar ik kan niet meer bij je komen. Ik ben bang dat je mijn affectie zou interpreteren als een poging tot copuleren. Ik wil nooit meer met je copuleren. Ik gruw van de gedachte om mijn penis diep in jouw getrimde scheur te planten. Je bent strak, je huid is als die van verse perziken, van nectarines. Je bent haarloos en je glanst. Mannen kijken je na, ze fluiten naar je kieren en gapen naar je uitstulpingen. Ik wou dat je weer was zoals toen ik je ontmoette, niet zo perfect. Een vrouw om te neuken, geen pop uit een modeblad.

Mocht je me toestaan om hem in je kont te steken, zodat het echt pijn doet, dan zou ik dat overwegen. Dat zou nog iets echts zijn, iets om in te geloven.

We missen geloofwaardigheid. Wij, allebei, ik ben daar niet minder schuldig aan.

Maar je moet me geloven als ik zeg dat ik je doodgraag zie. Ik heb mijn hele leven op het jouwe afgesteld. We zijn twee synchrone klokken in verschillende tijdzones. We spreken elkanders taal niet maar we zeggen steeds hetzelfde.

Trouwens: ik zou geen leven meer hebben als jij er niet was gekomen. Je weet ook wat voor een loser in de liefde ik was vroeger, voor jou, er waren geen vrouwen die naar mij keken met meer dan minachting. Als ik doodga krijg je alles, hoewel dat niet veel is. Mijn lichaam zal de wetenschap toebehoren en al de rest aan jou, zo hoort het en zo moet het zijn.

Ik dacht dat mijn tanende begeerte een biologisch probleem was, iets met de doorbloeding. Ik ben altijd een trage komer geweest, je kon daar soms wel over klagen. In het begin van onze relatie dacht je dat je misschien niet opwindend genoeg was. Je raakte eraan gewend, aan mijn minutenlange gepomp. Ik ben gewoon een trage komer. Dat is een biologisch gegeven. Je hebt me, in je wanhoop, in je nood om weer sexy gevonden te worden, nog chemisch willen tunen. Maar met die pillen in mijn lijf had ik in jouw naakte lichaam nog geen paal zoals ik hem behoorde te hebben, zoals ik hem ooit had. Viagra zal ons niet helpen. Je hebt geweend toen ik zei: “Ik ben je lichaam gewoon beu.”

Het was de waarheid, het is de waarheid. Ik voel me als een man die al meer dan drie decennia van een steeds belegener wordende kaastaart eet. Hoe lang zijn we nu samen? Drie, vier jaar? Wat gaat er van ons worden?

Ik wil niet één van die koppels zijn zoals mijn ouders waren: stil aan de ontbijttafel, slapen in gescheiden bedden, lachen als ze een mopje over seks maken en hopen dat er niets zal blijken. Dat hun gezichten geen rimpel zullen vertrekken als er over seks gepraat wordt.

Mijn moeder wist ook wel dat haar man van die andere vrouwen wel nog een keiharde stijve kreeg, alleen niet meer van haar. Ze was er verlept en ze wist het. Het was verschrikkelijk, niet in het minst voor mijn vader.

Ik val op blondines van ongeveer 20 jaar, nu. Ik wou dat ik in alle eerlijkheid iets anders kon beweren. Vind me maar een walgelijk varken, het ergste en laagste van de mannelijke soort. Ik ben een walgelijk varken, maar niet het ergste van de mannelijke soort.

Ik verlaat je. Ik vind het zelf ook vreselijk. Probeer maar niet om het weer bij te leggen, bied me je anus niet aan. Het is te weinig, te laat en ik ben verliefd op een ander (hoewel ze me niet wil).

Je lieve
Hugo Hefftrok

Geen opmerkingen: