zondag 16 maart 2014

Moderne Luddieten


Vervolg van Rit naar Messier 24.

Download het hele verhaal als Epub: Hier

Het tweetal, Blaffetuur en de man met de klauwvoeten, trok moeizaam door de onherbergzame noordelijke glaciale toendra van Messier 24. Het dikke toendragewas bestond voor 95 procent uit  Porphirex Dura, een genetisch gemanipuleerde ijsplant die door een onzorgvuldige douanecontrole in de late 22e eeuw als een onkruid over heel de planeet verspreid was. Het dikke gewas maakte het onmogelijk om met conventionele voertuigen over de oppervlakte van de planeet te trekken. Dit verplichtte de weinige bezoekers van de planeet om ofwel met een hovercraft met frontlaser rond te reizen, wat een nogal dure zaak was, ofwel om te voet gewapend met een prothetische handmachete en eventuele mobiele onkruidlasers over de ijsvlakte te trekken.
Blaffetuur keek naar zijn voor en om zich heen hakkende kompaan en wenste dat hij zijn pretpillen in zijn wooneenheid had laten bijvullen voor hij vertrok. Hij had er geen enkele meer over en hij kon zich niet herinneren wanneer hij zich nog zo gedeprimeerd had gevoeld. Het was een publiek gegeven dat de farmaceutische firma’s opzettelijk het afhankelijkheidsgehalte van hun pillen artificieel verhoogden, om zo hun gebruikers tot het optimale gebruik te brengen, “optimale” dan natuurlijk gedefinieerd als “optimaal voor de farmaceutische firma’s”. In de 20e, 21e, 22e had de publieke opinie nog zwakjes geprotesteerd tegen deze praktijken en kon de industrie dus niet zomaar zijn gang gaan, maar sinds het virtueel verdwijnen van de oorspronkelijke ecologische omgeving op aard met de vernietiging van het laatste bos in de vroege 23e eeuw en het bereiken van een populatie van 30 miljard op aarde, waarvan 3 miljard in Durbuy alleen, had het publiek een zo grote nood aan de pretpillen dat alle protest bijna automatisch verdwenen was.  Een abstinentie van 24 uren van alle vormen van pretpillen veroorzaakte een diepe, existentiële depressie met extreme gevoelens van leegheid en zinloosheid. Dat was nog niets. Na 48 uur kwamen er blazen en zweren op de handen, het gezicht en op de stembanden van de abstinent, zoals het in de vakliteratuur over het onderwerp heette. Na 72 uur zetten de zweren over naar het darmkanaal en kon de abstinent zijn stoelgang niet meer naar binnen houden. Wat er nadien gebeurde was niet gedocumenteerd, om ethische redenen; men kon geen menselijke proefpersonen aan deze testen onderwerpen en de weinige overgebleven dieren hadden natuurlijk meer rechten dan mensen, omdat ze geen potentiële consumenten waren, dus dat was ook geen mogelijkheid. Blaffetuur hoopte dat ze pretpillen zouden hebben waar ze dan ook naartoe zouden gaan.
Over dat punt was zijn gids nogal onduidelijk geweest. Hij was over de gehele lijn nogal weinig communicatief. Het viel Blaffetuur natuurlijk ook op dat hij geen ingebouwde schedeltelefoon had en geen schermen voor zijn oogleden, hij kon dus niet naar 3D-holoporno kijken. Hoe leefde die man dan? Blaffetuur vroeg zich af wat hij deed met zijn vrije tijd, masturberen scheen alvast geen optie te zijn, of hij moest het met zijn verbeelding stellen. Dat was ondenkbaar. Verbeelding had geen zacht welvende borsten en een van de natheid druipende vagina. De enige technologische verbeteringen van zijn lichaam waren zijn klauwvoeten, wellicht om makkelijker over het  rotsachtige landschap van Messier 24 te trekken en zijn handprothesen, die nu vervangen waren door draaiende hakmachetes. Al zijn lichaamsveranderingen waren dus functioneel, wat Blaffetuur zowel vreemd als verontrustend vond.
De man had Blaffetuur gevraagd om hem te volgen, en dat alleen gemotiveerd met de mededeling dat ze naar Wendy, zijn virtuele nummer 1, gingen. Verder wilde hij geen uitleg geven, niet over zijn eigen naam en functie, niet over waar ze heen wilden, niet over de tientallen andere vragen die Blaffetuur aan hem had voorgelegd. Maar het bewerkstelligde het resultaat dat de man wellicht wilde bereiken: Blaf volgde hem zwijgend. In mysterieuze stilte bewogen ze zich verder door het dichte struikgewas. Overal over hun PT-pakken, kort voor presso-tempa-pakken, hingen slierten Porphirex en de zaden bliezen meters de hoogte in. De zaden van de plant waren toxisch als ze ingeademd werden zonder filterend masker. Blaffetuur keek boven het struikgewas naar de koude blauwe lucht van de dunne atmosfeer van Messier 24 en bedacht dat het leven zinloos was.
“Kutplaneet. Hoog tijd voor een pretpil.”, mompelde hij luidop.
Zijn reisgezel keerde zich om en keek hem argwanend en hoofdschuddend aan. Er lag een duidelijke uitdrukking van afkeuring op zijn gezicht.
“Jullie aardse masturbo-junkies zijn allemaal dezelfde, twee minuten zonder jullie pillen, zonder te rukken en jullie slaan op hol”, gromde hij.
Dit deed Blaffetuur ondanks zijn gevoelens van existentiële inzinking luidop en haast hysterisch lachen, maar dat kon wel eens een bijwerking zijn van de verlengde onthouding van erecto-lustpillen, de op mannen gerichte variant van lustpillen. De grimmige hakker keerde zich hoofdschuddend opnieuw naar zijn arbeid. Blaffetuur tikte hem voorzichtig op zijn schouder.
“Waar gaan we eigenlijk heen?”, probeerde hij voor de tigste keer.
“Briargh”, spuwde hij, zonder met zijn gehak te stoppen, uit.
Blaffetuur verslikte zich haast in een slok syntho-sap dat hij net uit de helmmodule van zijn PT-pak aan het zuigen was. “Briaaarghh-ugh-ugh?”, hoestte hij.  Briargh, de negroïde half-god en leider van het Broederschap van het Spijker, staatvijand nummer één voor de Wijze Ohm en zijn Stroombestuur. In de officiële holo-bulletins van het stroombestuur werden zijn vele gewelddadige misdrijven en ideologische terreurdaden tot in den treure opgesomd. Aangezien er geen pers bestond behalve deze officiële holo-bulletins, die verplicht waren te bekijken met activatie van de empathiemodules, was de consensus over Briargh er één van absolute unanieme animositeit, zelfs onder de aanhangers van atavistische bendes die aan woedepillen verslaafd waren.
Veel was er natuurlijk niet bekend over de schandelijke ideologie van Briargh. Er werd alleen meegedeeld dat hij elke vorm van moderne technologie uitbande en dat hij de mensheid zo vierhonderd of vijfhonderd jaar terug in de tijd wilde sturen. Volgens een officieel bulletin van een jaar voordien leefden volgelingen van het broederschap ook samen in verbanden, een schande, aangezien er een officieel verbod was op meer dan één-persoons-appartementen. Het Broederschap zou er ook archaïsche vormen van het uitwisselen van lichaamssappen op nahouden. De leefomstandigheden van Briargh en zijn volgelingen spraken zo erg tot de verbeelding van de aardbewoners dat het geen wonder was dat de holopornoindustrie ervan profiteerde om de ene na de andere titel uit te brengen die erdoor geïnspireerd werden. Op het Broederschap geïnspireerde prehistorische porno verkocht als zoete broodjes. Porno-acteurs waren de enige categorie van mensen op aarde die nog coïtale gemeenschap hadden en hadden hierom een extreem laag maatschappelijk aanzien. In de verhalen die geïnspireerd waren door het broederschap liepen ze in dierenhuiden rond en leefden ze in grotten waar ze elkaar rechtopstaand namen. Hoewel Blaffetuur bang was voor de gewelddadige terreur van Briargh kon hij toch niet verhinderen dat hij zich ook wat opgewonden voelde door wat er zou komen. Hij hoopte dat de mannelijke leden van het broederschap de vrouwen inderdaad rechtopstaand achterwaarts in de poes naaiden, zoals in de meest ranzige holoproducties.
Na een zwijgende trektocht van enkele uren waarbij Blaffetuur, niet gewend aan fysieke, haast niet-technologisch ondersteunde, arbeid, een aantal keren bijna bezweek onder de inspanning kwamen ze aan een indrukwekkend gebergte. Doordat het een hoek van haast negentig graden vormde met de ondergrond leken ze hier niet verder te kunnen.
“Wacht hier”, gromde de man en hij haakte zijn klauwvoeten in de rotsen. Op deze manier wandelde hij haast alsof hij normaal liep tot een richel een tiental meter hoger. Daar verdween hij door een spleet naar het inwendige van de berg.
“Ze wonen dus echt in grotten!”, riep Blaffetuur inwendig uit, en hij verlekkerde zich op wat er nog komen zou, de rechtopstaand neukende mannen en vrouwen.
Na een tiental minuten wachten begon de grond te trillen en de solide rotswand voor Blaffetuur schoof open. Helder licht scheen vanuit de binnenkant van de berg in de ogen van Blaffetuur en hij wierp onwillekeurig zijn arm voor zijn ogen, gewend geraakt als hij was aan de donkere atmosfeer van Messier 24. Een vage vorm kwam vanuit het verblindende licht op hem af. Het was onmiskenbaar een mensengedaante, kleiner dan hem, maar met brede schouders en stevige gespierde benen.
“Wendy?”, stamelde Blaffetuur.
De figuur stak zijn hand uit.
“Briargh, speculant en revolutionair, aangenaam”, zei hij sardonisch.
Ze zaten met zijn allen, mannen en vrouwen gekleed in schaarse gewaden die hem even vreemd als fragiel voorkwamen, rond een eetblad voor meerdere personen. Helaas werd er niet rechtopstaand geneukt. Er werd wel gegeten op de archaïsche manier, door met de tanden te kauwen, en zonder gebruik te maken van spijsverteringsapparaten. Blaf probeerde mee te doen, maar hij verslikte zich steeds en kon het maar moeilijk gewoon worden.
“Dat went wel”, zei één van de mannen joviaal. Zijn mond zat vol met voedsel en Blaf bibberde van onbehagen. Hij kon best wel een kotspil gebruiken.
 Het eetblad was groter dan enig ander dat hij ooit gezien had en was gemaakt van een vreemdsoortig materiaal. Na enig navragen bleek het geen synthetisch materiaal te zijn. Het was gemaakt uit de dikke stammen van de Porphirex Dura en de mannen en vrouwen aanwezig noemden het “hout”. Het was aanvankelijk niet duidelijk geweest voor Blaffetuur wat het blad nu precies deed, maar Briargh legde hem uit dat ze het gebruikten om samen met elkaar te eten en te praten en er omheen waren allerlei zitplaatsen aangebracht. Het was een vreselijk obsceen idee, en bovendien zaten de beide geslachten zomaar bij elkaar. Ondanks de afwezigheid van erecto-lustpillen en holoporno had Blaffetuur heel de tijd een erectie. Hij kon zijn blikken haast niet van de aanwezige vrouwen wenden, die gekleed in dunne lappen stof voedsel in hun mond staken en lachten.  Ook zijn gids had zijn dikke PT-pak uitgedaan en zich omgekleed in twee lappen stof, één voor zijn benen en één voor zijn torso. Het waren weliswaar geen dierenhuiden, maar ze waren minstens even weinig verhullend en, in de ogen van Blaf, obesceen. In vergelijking met hen voelde hij zich, naar aards gebruik gekleed in een vuistdikke laag felgekleurd ademend plastic, haast opgesloten in een betonnen namaakhuid.
 Ze aten witte blokken bonenkaas vergezeld van een synthetische (als ze zelfs synthetisch was) vrucht die hij nog nooit gezien had. Hij besloot om er maar niet naar te vragen, bang om verder geschokt te worden. Briargh vertelde hem op luide toon over hun manier van leven. Hij had nu ook geen presso-tempo-pak meer aan en hij leunde met zijn ellebogen op het meervoudige eetblad waarbij zijn gigantische armspieren telkens opwipten wanneer hij iets gesticulerend uitlegde. Zijn huid was zwarter dan hij ooit gezien had en Blaffetuur vroeg zich af waarom hij geen verblanking liet doorvoeren. Die waren echt heel goedkoop geworden, de afgelopen tien jaar, en niemand hoefde er nu nog zo negroïde uit te zien. Hij wilde het hem vertellen maar hij betwijfelde of het in goede aarde zou vallen. De manier van leven van deze mensen was ongelooflijk en onbehoorlijk. Hij begreep er niets van.
“Het begon allemaal toen ik op de aarde een klassiek holoboek las van Marvel Comics. Daarin was er een karakter dat Ned Ludd heette en die zich toewijdde aan het vernietigen van elke vorm van technologie. Het was het belangrijkste moment in mijn hele leven, nu zo’n twintig jaar geleden.”
Eén van de schaars geklede vrouwen naast Blaffetuur greep gelijktijdig met hem naar een nieuwe portie bonenkaas  en raakte daarbij zijn synthetisch verpakte hand aan. Ze giechelde en bracht haar hand naar haar gezicht en Blaffetuur kleurde donkerrood. De kerel met de grijpvoeten, door de anderen Tongh genoemd, lachte en klopte hem op zijn schouder, waardoor hij zich alweer in een stukje bonenkaas verslikte. Briargh ging ondertussen verder met zijn uitleg. Hij had een diep, basachtig stemtimbre en er ging een charismatische aantrekkingskracht van hem uit. Vele van de aanwezige vrouwen hadden enkel oog voor hem.
“Deze Ned Ludd was nogal een extremist. Hij spande zich in om elke vorm van technologie te vernietigen en dat vond ik ook wel ver gaan. Maar het gaf me een idee. Ik schreef een pamflet over functionele en niet-functionele technologie. Mijn eerste. Dit veranderde mijn leven om twee redenen. De eerste reden was dat ik niet langer zomaar kon verder leven zoals iedereen op aarde, het bestaan als consument in één van de metropolen werd me onhoudbaar. Het is zo leeg. Het heeft geen enkele waarde. De tweede reden is dat de kleffe Ohm en zijn Stroommannen, leiders van de machtige metropool Durbuy, me tot vogelvrij verklaarden.”
 De urenlange afwezigheid van pretpillen in het systeem van Blaffetuur veroorzaakte een duizeling in zijn hoofd en hij hoorde Briargh nu haast in slow-motion spreken. Voor zover hij het begreep was niet alle technologie verboden, dat zou op zo’n onherbergzame planeet ook onmogelijk zijn, maar was er enkel functionele technologie toegestaan binnen het broederschap. Elke vorm van analoog, digitaal, nanoloog of holistisch techno-entertainment werd uitgewezen, waardoor de mannen en vrouwen op elkaar aangewezen waren om zich te vermaken. Het was een ontzettend vreemd idee, dat bovendien immoreel en obsceen was. Blaffetuur dacht na over de consequenties van deze leefregel en hij besefte plots iets, als een alarmsignaal schreeuwde het in zijn binnenste.
“Dan zijn er ook geen pretpillen? Dat is een ramp! Dan heb ik nog maar 48 uur te leven!”
De atmosfeer verstrakte, iedereen keek op van zijn voedsel en staarde hem stilzwijgend aan. De vrouwen hun gezichten waren vervuld van medelijden. ”Een arme stumperd, die geen drie dagen zonder chemicaliën kon zonder bijna dood te gaan”, leken ze uit te drukken. Blijkbaar had hij het niet zomaar in zijn binnenste gezegd, maar had hij het door de ruimte geroepen. Briargh doorbrak luid lachend de spanning.
“We zijn allemaal door die fase gegaan, beste Blaf. Sommigen onder ons hebben littekens op hun huid door een slechte genezing van de openbarstende zweren in derde afhankelijkheidsfase, maar ik kan je verzekeren dat we voor de rest perfect gezond zijn.”
Blaf boog zijn hoofd en piepte zwak als een electrokuiken een onverstaanbare zin. Briargh legde hem verder ook uit dat zijn eerste drie dagen zeer moeilijk zouden zijn, door de gewenningseffecten, en dat ze hem om die reden ook zouden opsluiten. Blaffetuur sprong daarop recht en riep woedend dat hij het nooit zou toelaten, dat ze geen recht hadden om hem op te sluiten.
“Jullie zijn een bende lage onwaardige knaagrobots! Slecht geprogrammeerde toestellen die onze door Ohm opgelegde regelmaat verstoren! Jullie hebben het recht niet.”
Ook daarop lachte Briargh alleen maar. Die man was werkelijk onverstoorbaar. Ondanks dat Blaf hem niet sympathiek vond, was hij onder de indruk van zijn persoonlijkheid.
“Het heeft geen zin om met ons in discussie te treden, nu. Door mee te gaan met Tongh ken je onze geheime locatie op Messier , hier onder de Berg van Ijs, in het fort der eenzaamheid. Je kan momenteel niet terugkeren naar de aarde. Later zal je de keuze krijgen om je geheugen te laten wissen en terug te keren of om hier voor altijd te blijven. Maar je zal zien dat je ook niet meer zal willen terugkeren. En na het afkicken kan je Lidyagh ontmoeten.”
Blaffetuur schudde niet begrijpend zijn hoofd.
“Lydiagh is diegene die jij Wendy noemt.”

Lees verder: Eerste date.

Geen opmerkingen: