maandag 3 oktober 2011

"Noemt u me maar Willy" - Interview met professor Graagzat


Recent onderzoek van de universiteit van Eksaarde, de zogenaamde Eksenschool, heeft uitgewezen dat er een direct verband tussen het veelvuldig eten van frikandellen en obesitas bestaat. In de studie wordt er aan de hand van een aantal zeer frappante cases uit de Belgische politieke wereld, met als best gekende casussen Bart De Wever en Siegfried Bracke, verder ook geïnfereerd dat een sterke wil soms tot onverwachte vraatzuchtige gevolgen kan leiden. Frank zocht voor u professor Wilhelm Graagzat op en voelde hem aan de vettige tand.

Wij hebben altijd gedacht dat dikke mensen een klierprobleem hadden en dat er hen dus niets te verwijten viel, maar met deze studie veegt u deze hypothese dus van de baan?


PG: Oh, we hebben ze wel degelijk heel veel te verwijten hoor, die "onschuldige" dikke mensen. Na een uitgebreide empirische studie en een degelijk statistisch onderzoek, ik ga u de precieze wetenschappelijke details natuurlijk onthouden, is er een heel interessante conclusie uit de bus gekomen: doorsnee genomen eten dikke mensen meer dan dunne mensen. Wat meer is: ze eten ook veel ongezondere voeding dan dunne mensen, met meer verzadigde lipiden en koolhydraten. Ze eten bijvoorbeeld zeer veel frikandellen, die ze haast zonder kauwen in hun ‘bek’ hengsten, als u het me verschoont dat ik me zo zoölogisch uitdruk. Ze lopen ook trager.

Trager?

PG: Na een extensief vergelijkend onderzoek met controlegroepen is gebleken dat dikke mensen echt wel trager lopen dan dunne mensen, doorsnee gezien dan. In lipido inertium est!

Hoe komt dat volgens u?

PG: Het is altijd gevaarlijk om te prematuur causale modellen op te stellen gebaseerd op een handvol gegevens maar ik zou toch wel willen opperen dat het waarschijnlijk komt omdat ze vreselijk lui zijn. Daar komt nog eens bij dat ze vaak uren in de wind stinken, waardoor het voor de medemens die gewoon een beetje van de natuur wil genieten of een stadswandeling wil maken zaak is om nog sneller te gaan stappen. Het is een perpetuum mobile, ziet u?

Ik stel hier de vragen. Hoe bent u eigenlijk bij Bart De Wever uitgekomen, professor Graagzat?

PG: Zegt u maar Willy, hoor.

Oke, Willy?

PG: Professor Willy, graag.

Goed, Professor Willy?


PW: Het probleem met statistisch onderzoek en controlegroepen is zo’n beetje dat het traag is en dat het soms voor beleidsvoerders die wij willen aanvuren met ons onderzoek moeilijk is om in te zien waarover het eigenlijk gaat. Gelukkig hebben wij op de Eksenschool een tool ontwikkeld die we “kleuterificatie” genoemd hebben en die ons kon helpen om meer mensen op een eenvoudige manier te overtuigen. Basically gaan we in Dag Allemaal en Story op zoek naar personen en verhalen die ons verhaal bevestigen. We zijn toen vrij vlug op Bart Dewever en zijn frietkotbezoeken gestoten.

Bart De Wever is dan een symbool, eigenlijk?

PW: Ik zou hem eerder monumentaal noemen, niewaar [lacht]. Maar alle gekheid op een stokje, Bart De Wever is inderdaad het archetype van de dikke, stinkende papzak die wij in ons onderzoek viseerden. Het staat ook buiten kijf dat hij veel frikandellen eet, dus dat klopte allemaal mooi met ons onderzoek. Toen we ons causaal model echter op hem wilden toepassen zagen we meteen dat er iets niet schorde. Bart De Wever is dan wel dik, hij is helemaal niet lui. Hij heeft zelfs een toppositie in de Vlaamse politiek, een positie die veel en hard werken vergt.

Dat was dus een probleem?


PW: Een behoorlijk probleem, ja! We gingen op zoek naar causale verklaringen voor dit natuurfenomeen maar aanvankelijk vonden we niets. Maar toen ik hem zo eens bezig zag in een speech is er bij mij een belletje gaan rinkelen. Hij gaat in de politieke ruimte tekeer als een beest, met zijn uitpuilende ogen en zijn handen bewegend, sarcastische woorden uitspuwend alsof zijn leven ervan afhangt. Ik dacht: “zo’n energie, dat lijkt wel een primaire drift te zijn, waardoor die man beheerst wordt.”

Zoals eten ook een primaire drift is?

PW: Precies! Ik ben dan op zoek gegaan naar stockbeelden van een etende Bart Dewever en wat blijkt: zijn gezichtsuitdrukking is 99 procent hetzelfde als hij een hamburger eet en als hij politieke discussies voert. Terwijl er in rust of in andere actieve situaties, zoals het zingen van de Vlaamse Leeuw, een aanzienlijke afwijking is. We zagen dus in dat zijn politieke drift en zijn eetverslaving met elkaar verbonden zijn. Hij is dus dik doordat hij er energie in steekt om dik te zijn! Het lijkt wel of hij zijn dikzijn zelf creëert, op een onderbewust niveau, door er bakken energie in te steken.

Hoe voert u dat op politiek niveau door?

PW: Meneer, ik ben natuurlijk geen politiek analist, ik ben een voedingsdeskundige. Ik zou niet kunnen zeggen of hij de politieke problemen die er nu bestaan ook creëert door er energie in te steken. Dat moet u maar aan politiek figuren als Tommy Hillfiger of Inimienie Smet vragen. Ik kan alvast zeggen dat zijn sterke wil verantwoordelijk is voor zijn dikheid. Terwijl het bij ons, magere sensibele mensen, natuurlijk net omgekeerd is, we blijven slank door onze sterke wil. De mens is werkelijk een uniek fenomeen, en Bart De Wever, ook, dus.

U hebt ook geschreven over Siegfried Bracke. U vermoedt dat zijn snor verantwoordelijk is voor zijn “verregaande seniliteit”, zoals u het zelf beschrijft. Wat bedoelt u daar precies mee?


PW: Wel, de heer Bracke stond vroeger natuurlijk bekend als een socialistisch georiënteerd journalist, maar heeft dan plots zijn kar geklikt en zijn paard richting de rechtsheid gekeerd. Wij vroegen ons af of dat niets te maken had met zijn voedingspatroon. Toen zijn we begonnen met beelden van Bracke zeer goed te observeren en het viel ons op dat hij vaak korrels in zijn snor heeft.

En hebt u die korrels kunnen identificeren?


PW: We vermoedden dat het ging om Parmezaanse kaas, en interviews bevestigden de plausibiliteit hiervan, hij eet die variant van zuivelproducten zeer graag op zijn spaghetti. Met deze informatie zijn we aan de slag gegaan. We hebben een controlegroep muizen genomen en de andere groep op regelmatige momenten besprenkeld met Parmezaanse kaas. De resultaten waren onthutsend. Terwijl de ene groep samenwerkte bij het verrichten van functionele taken en altegader de Internationale piepte, in eenheid verbonden, versplinterde de andere groep in een boel strijdende fracties die niets gedaan kregen en in het wilde weg bromden en piepten zonder iets van semantische waarde te produceren. We hebben de twee groepen daarna ook nog in een bokaal bij elkaar gestoken, en wat zagen we? De Parmezaanse groep begon direct met het indelen van de andere groep in categorieën van goed Muisschap. De kaas die werd bekomen werd met macht door de Parmezaanse groep tot monopolie gemaakt en onder de hunnen verdeeld. In de andere groep begonnen er meer en meer muizen dood te gaan, maar dat scheen de Parmezaanse groep niets te kunnen schelen. Eén extreem corpulente muis manifesteerde zich ook duidelijk als de leider van de Parmezaanse groep. Hij kreeg tot 95 procent van de kaas voor zichzelf, om op te eten, of vaker, om op te kakken.

Wat kunnen we hieruit dan concluderen?


PW: We werken nog aan de details maar het is heel waarschijnlijk dat de walm van de Parmezaanse kaas in zijn snor een soort van verrechtsend effect heeft op het brein van Bracke. De muizen in het experiment werden ook motorisch stommer, ze liepen veel vaker tegen de glazen wanden van hun kooi met hun kopjes. Dat was lachen. [lacht] Ik zou erg graag een proef doen om te testen of we Bracke met zijn hoofd tegen een wand kunnen doen lopen. Maar ja…[zucht] het zal nog lang duren voor Vlaanderen daar klaar voor is.

Waarvoor stemt u eigenlijk zelf professor?

PW: Och ja, ik ben getrouwd met de wetenschap en ik doe alles om haar vooruit te helpen, mijn stemgedrag is gestoeld op die oriëntatie. Ik stem dus al jaren op het Vlaams Belang, want negers in de wetenschap lijkt me echt geen goeie zaak.

Wat gaat u zelf eten vanavond?

PW: Bonen.

Smakelijk.

1 opmerking:

Anoniem zei

Lachen met dikke mensen leuk he