zondag 28 augustus 2011

Een unieke sales pitch OFTEWEL wandeling voorbij de wondertuin over de magische trap der...eu... magie!

Ik kwam Albion tegen op de trap, een grote kronkelende constructie van hout en steen die naar buiten ging en langs alle mooie en schone vergezichten van het landschap leidde , en hij was aan het afdalen en ik zei tegen hem dat ik wel een keer met hem mee zou willen afdalen om met hem eens een gesprek te hebben over de kunst en meer bepaald de kunst van het schrijven, en hij vond dat goed. Hij vertelde mij dat “het schrijven de laatste tijd meer en meer vroeg om een unieke sales pitch” en hij scheen dat heel erg vanzelfsprekend te vinden, maar ik, ik wist eerlijk gezegd niet wat dat was, zo’n sales pitch, dus ik zei hem maar dat hij een zot was, een lelijke halvegare die niet goed wist waar hij over sprak, en hij zag ook wel aan mijn gezicht dat ik maar aan het zeveren was en dus legde hij zo goed en zo kwaad uit waar hij het over had, hij zei:

“Kijk Frank, schrijven is een beetje gelijk als tandpasta maken. Ge kunt gij wel tandpasta maken en dat kan supergoeie tandpasta zijn en ge kunt gij daar zelf van denken, “amai, godmiljaar, wat een lekkere tandpasta heb ik hier gemaakt, en ze is nog goed voor uw tanden ook”, maar de eerlijke waarheid is dat niemand daar eigenlijk een fuck, een kanker of een reet om geeft. Weet ge waarom?”

Ik haalde mijn schouders op en ik wreef aan mijn neus want al had je mij doodgeslagen, ik wist bij de goede gratie van onze lieve heer, God de Vader, niet waar hij het over had, en ik dacht dat twee keer zeggen dat hij een zot en een charlatan was misschien wat te veel van het goede was. Ik was serieus verbouwereerd maar voordat mijn bek helemaal met zijn onderklep tot tegen de grond kon vallen ging hij verder met zijn verhaal.

“Het kan de mensen geen kloten schelen dat uw tandpasta goed is omdat het de mensen niet kan schelen wat gij doet. Gij schept trots in uw daden, maar zij geven daar niet om. Gij werkt gij maar en ge doet uw best en ge voedt gij uw gezin, als ge al zo gelukkig zijt om niet helemaal alleen op de wereld te zijn, want het is godverdomme een miserie om met iemand samen te leven die ge dan ook nog eens graag ziet en om daar iets mee op te bouwen, maar dat is nog een ander verhaal. Maar hoewel dat voor u helemaal niet vanzelfsprekend is dat ge al die dingen doet en dan nog probeert om een beetje vrolijk rond te lopen en een goede mens te zijn voor andere mensen beschouwt iedereen dat als de normaalste zaak van de wereld.”

Ik knikte een beetje willekeurig met mijn hoofd want ik vond dat hij daar toch wel heel ware dingen aan het zeggen was, maar ik wou hem ook niet te veel gelijk geven omdat ik zelf ook wel vond dat ik zulke analyses kon maken en ik niet echt van plan was om toe te geven dat hij veel snuggerder was dan mijnzelvense persoonlijkheid. Albion is altijd al een clevere kerel geweest, maar hij is toch ook een beetje zot in zijn kop en hij heeft niet de klare kijk op de dingen die ik wel heb, zoals ik zelf graag geloof. Hij scheen niet echt op mijn knikken te letten, en ging weer verder met zijn verhaal.

“Nee nee, ofwel zijt ge een inspiratie voor het volk, voor jan en alleman, heeft zelfs den onnozelste proleet al van uw naam gehoord, ofwel kunt ge voor hun part aan uw darmen aan één of andere knotwilg gaan hangen.”

Ik begreep nu toch ook niet echt meer waar hij naartoe aan het gaan was met heel zijn redenering en mijn voeten begonnen zeer te doen van het stappen langs die prachtige vergezichten op die vreselijk lange trap en ik wou toch eigenlijk ook gewoon naar huis gaan om in mijn hof te gaan zitten en naar de bloemen op mijn Japanse Kerselaar te kijken, of ervan te dromen want zo laat in de zomer stonden er al lang geen bloemen meer op dat ding, wat me godverdomme deed wensen dat het één van plastic was geweest, dan had ik er tenminste nog iets aan gehad.

“Als en éénmaal ge natuurlijk een inspiratie voor het volk zijt kunt ge alles verkopen, dan moet uw kop maar op een tube tandpasta staan, al is ze gemaakt van vissenschijt, ze zal verkopen. Snapt ge het?”

Ik zei dat ik geloofde dat ik het snapte maar dat ik toch ook niet goed begreep hoe je dan een inspiratie voor het volk kon worden als niemand ooit een fuck, een reet of een kanker gaf om wat je deed, in de eerste plaats. Het was al zo moeilijk om promotie te maken met een leger van nepotisten aan je zijde en het leek me echt onmogelijk om het op je eentje te doen, met niemand die van je hield, en desnoods geweld wou gebruiken om je aan een positie of een jobke te helpen. Daar had hij een simpel antwoord op.

“Er zijn twee manieren. De eerste manier is de volkomen willekeur. Ge wordt gewoon bekend en geliefd en geprezen omdat ge meer ‘piet’, meer chance hebt dan de volgende sukkelaar in het grote systeem.”

Ik vroeg hem over welk systeem hij het had maar dat vond hij een belachelijke vraag, dus hij ging, niet zonder al te veel schimpscheuten, over naar het volgende deel van zijn intussen al magnifieke exposé.

“Maar dat is natuurlijk geen echte methode, die eerste methode. Dat is meer gewoon chance hebben, een gelukzak zijn. Het is een beetje zoals gans uw leven aan de lopende band sigaretten paffen en toch geen kanker krijgen: ge moet er een beetje piet voor hebben. Er zijn verschillende soorten van zulk geluk. Ge kunt bijvoorbeeld een rijke of bekende papa hebben en zo al direct bekend zijn. Of ge kunt gewoon een dikke fluit hebben waar iedereen op trapt. Ge vergeet niet rap een vertrapte fluit, kan ik u verzekeren. Snapt ge het?”

Ik zei dat ik dacht dat ik geloofde dat ik het begreep, en toen ik even verder over de dingen nadacht wist ik zeker dat ik dacht dat ik geloofde dat ik het begreep, alvast dat zei ik toch. Albion ging verder, hij kwam intussen op een polemische snelheid waarvan een kruisraket zou beginnen zweten zijn, mochten kruisraketten ooit iets anders doen dan arme sukkelaars die het niet verdiend hebben naar de verdoemenis knallen.

“De tweede methode is dat ge een unieke sales pitch hebt, iets waarmee dat gij opvalt boven al de rest, en ook al is het nog zo absurd, het maakt echt niet uit wat het is, als ge maar iets hebt. Ge kunt bijvoorbeeld de enige tandpasta in de wereld hebben die volledig gemaakt is uit gerecycleerde kippensnavels. Of een tandpasta hebben die behalve een hygiënemiddel ook nog eens een goed huisdier is, als ge ze niet na den twaalven eten geeft, want anders zouden de dingen wel ne keer gevaarlijk kunnen worden. Snapt ge…”

Ik kwam vlug tussen en ik zei dat ik het wel snapte en dat hij dat niet altijd moest vragen en tegelijk keek ik naar buiten over de groene velden en naar de grote waterval en ik dacht aan de gratie waarmee de donkerpaarse spaagmakrelen door de rivier zwommen. Ik moet zeggen dat ik bijna begon te bleiten, van aan zoveel schoonheid te denken, het is echt waar. Albion, de ongevoelige mens die hij was zijnde, en niet dus de niet ongevoelige mens die hij niet zijnde was wezende, ging gewoon door met zijn verhaal alsof ik niet de diepste en schoonste natuuremoties over spaagmakrelen aan het voelen was die er te voelen waren.

“Awel”, zei hij en daarna, “awel, ge snapt nu waarschijnlijk niet wat dit allemaal met de belletrie, ofte het schrijven van heel schone geschriften te maken heeft?”
Ik moest in alle eerlijkheid toegeven dat ik er niets van snapte en ik gaf meteen ook toe dat als ik er wel iets van gesnapt zou hebben dat ik het dan niet eerlijk zou zeggen. Albion zei me dat hij mijn eerlijkheid daardoor nog meer apprecieerde en we hadden efkes een moment van innige vriendschap, een echt teder moment, dat door de ongevoelige aard van Albion volledig aan hem voorbijging, maar daarom niet minder oprecht was. Hij zei:

“Ook in de schoonschrijverij hebt ge dus een unieke sales pitch nodig, want het kan de mensen geen kloten schelen dat ge schrijft en het kan ze nog veel minder een hol schelen dat ge goed schrijft en dat ge daar een stuk van uzelf in steekt als ge schrijft. Ze willen bij u gewoon iets lezen waardoor ze hun muil opendoen en dan “aaaah” zeggen of iets waardoor ze hun muil sluiten en zachtekes binnensmonds gaan slikken of huilen of hoe dat ze dat ook doen want in alle eerlijkheid bleit ik nooit en ik vind het voor sukkels en losers en moeders van gehandicapte kinderen.”

Ik gaf toe dat vooral die laatste groep recht had om te bleiten aangezien ze waarschijnlijk een moeilijk en zwaar en vooral onderschat leven hadden, vooral als ze dan ook nog eens beschoten werden door kruisraketten, zoals Albion ook nog opmerkte.

Ik zei dat het tof was dat we het eens waren maar hij zei “bwoa ik weet het niet” en ging verder met zijn betoog.

“Bijvoorbeeld. Als ge nu iets gaat schrijven over uw heel grote gevoelens die ge hebt bij de verschrikkelijke hypocrisie en gemakzucht van het menselijke intellect kunt ge niet zomaar iets opschrijven over de gemakzucht en hypocrisie van het menselijke intellect. Ge gaat dan iets moeten schrijven over iets anders waarin dat verwerkt zit. En dat “iets anders” moet dan uniek en/of meeslepend zijn en hen doen lachen of bleiten of hen gewoon heel kwaad maken of liefst alledrie tegelijk.”

Nu zag ik dus echt niet in hoe je zoiets kon bewerkstelligen en ik was bovendien niet heel erg aan het nadenken over zulke dingen aangezien we langs glazen panelen passeerden waarachter zich een ondoordringbaar en met wonderen gevuld regenwoud bevond. Een goudkleurige kikker met een bronzen foef kwam voor de ruit staan, deed met zijn linkerpoot zijn kroon van zijn hoofd en zei: “patsjoelie” waarna hij wegsprong en nooit, maar dan ook nooit meer terugkwam. Allez, eigenlijk weet ik dat niet want we stonden hooguit vijf minuten aan de venster daar, maar ik moet ook in iets geloven want anders stort alles in elkaar. Ik zei alleszins tegen Albion dat de natuur prachtig was, en hij was verbaasd omdat ik normaal gezien niets dan minachting voor de natuur heb en voortdurend op planten en bomen loop te fluimen. Albion zag door de verwarring die volgde op zijn verbazing de kans om nog even verder te gaan met zijn argumentering over de schoonschrijverij.

“Ge kunt dus niet gewoon schrijven “mensen zijn dom en hypocriet en gemakzuchtig”, want dan gaan de mensen al na de eerste woorden afhaken of ze gaan ze lezen en denken, “ja so what hé” en gewoon verder aan hun fluit gaan trekken of op hun muis gaan klikken, verzeild in een eindeloos spelletje computerpatience. Ge moet een kaderverhaal maken en de mensen intrigeren met complete overbodige bullshit om dan slinks en heimelijk zo langs de kantlijn en tussen de lijnen door uw boodschap duidelijk te maken. Ge kunt bijvoorbeeld een verhaal schrijven over een kolibrie die kan praten en die nog gediend heeft in de tweede wereldoorlog, maar voor de verkeerde kant. En die kolibrie heeft dan een minnares en die is gewoon bij hem omdat ze gehypnotiseerd is door de snelheid van zijn vleugels. Dan spint ge één of ander verhaal uit over die stomme kolibrie met zijn dwaas wijf en ge laat hen constant domme dingen doen en gemakzuchtig zijn en hypocriet zijn en dan op het einde laat ge ze in een ravijn vallen en zegt ge “ha ja, schoon dingen, eigen schuld, et cetera.” Zo kunt ge dan de mensen in de val lokken om dat wat ge geschreven hebt te laten lezen.”

Ik zei tegen Albion dat ik het een heel cynische manier van denken over het schoonschrijven vond die hij daar hanteerde en dat ik dacht dat het toch allemaal om diepgang en oprechtheid ging. Hij lachte heel luid nadat ik dat had gezegd, niet omdat hij het grappig vond wat ik zei, maar omdat hij me belachelijk wilde maken, of het kan ook dat hij ergens in de tuin iets grappigs zag. Hij zei:

“Oprecht! Diepgang! De mensen willen op hun gat van een bloody mary drinken en verhaalkes lezen over een tovenaar die dingen uit zijn hol trekt en er dan wijven mee naait! Mensen willen toch geen diepgang en oprechtheid? Hun leven is zo al deprimerend genoeg. Als ze oprechtheid en diepgang willen kijken ze wel naar de pepe die van kop tot teen vol tumoren zit en daar al een paar weken ligt te sterven. Wat gaat gij met uw boekskes dan diepgang geven, ge komt nog niet eens tot milde ernst, vergeleken met wat er allemaal gebeurt in de armzalige klotelevens van al die sukkelaars!”

Ik vond het een interessante gedachte, die Albion daar opperde en ik wilde er net iets dieper op ingaan toen ik mij daar toch mistrapte en zo pardoes naar beneden viel van de trap, vierhonderdduizend treden diep. Ik brak mijn nek en was steendood en Albion ook want die had ik meegesleurd, zoals ik voor de geloofwaardigheid misschien beter direct had gezegd, maar ik dacht “kom ik zal eerst over mijzelf praten en dan zullen we wel over iemand anders praten, ik ben toch uiteindelijk de protagonist van dit verhaal”. Ik was op slag dood na mijn val, en Albion ook, zoals ik niet naliet van op te merken, en daardoor was het gesprek over de schone letteren zowat afgelopen, zoals dat gaat. Maar goed, mijn voeten deden gelukkig geen zeer meer, en dat was toch ook al iets.

Postmodernistische noot: dit is allemaal morgen gebeurd, en vertakt in de breedte.

Geen opmerkingen: