dinsdag 8 september 2009

Voorstel tot levensbeëindiging voor terminaal werklozen en zwaarlijvige luieriken

Mes amis, het is genoeg geweest met de vrijgevigheid. Het moet nu gedaan zijn, wij hebben er genoeg van, trop is teveel, we kunnen de lasten niet meer dragen, we zijn kapot, uitgeteld, het zweet des aanschijns staat ons op de lippen, enzovoort enzo verder, et cetera... Kortom: we zijn het zat.


Laat ons eerlijk zijn, voor een keertje een kat een kat noemen (en niet bijvoorbeeld een negenpotige zwangere kameel met zwaar opgewollen tepels en een spraakgebrek, ik zeg maar wat): sommige mensen zijn gewoon onverbeterlijk. Ik wil daarmee niet zeggen dat ze stoute vlegels zijn, genre jantje kan met zijn pingels niet uit de suikerpot blijven. Nee, sommige mensen zijn slecht en zullen nooit verbeteren. Dat wil ik dus zeggen. Wat gezegd kan worden kan ook duidelijk en helder gezegd worden, zo sprak één of andere Jood ooit. Hij had gelijk.

Ik bedoel dus te zeggen dat sommigen onder ons (of beter, 'onder hen', maar laten we daar voor de tijd zijnde even niet over struikelen) geen enkel maatschappelijk nut hebben en dat ook nooit zullen hebben. Dat is: niet nu en niet in de toekomst. Naar het verleden kunnen we niet kijken, want dat zit vol van allerlei mensen van allerlei slag en als we daar allemaal rekening mee moeten houden komen we nergens.

Soms heeft de overbodigheid, inderdaad, een biologische reden en dan kunnen we wel (eventjes) begripvol zijn. Maar helaas zijn het niet alleen bejaarden, gehandicapten en kleuters die totaal overbodig zijn. Ik wil uw aandacht richten op die veel onderschatte luis in de pels van de goegemeente: de arbeidsloze.


De fysiognomnie van de werkloze, de wetenschap die zich bezig houdt met het meten van de schedels en het bestuderen van de gezichten van luieriken, laat er geen twijfel over bestaan: er is een makkelijke klassificatie mogelijk van de werkloze in twee subtypen. Men heeft vooreerst de gedrongen vetzak met spleetogen, bierbuik en bretellen, type Onslow uit 'Keeping up appearances', een uitstekend docudrama. Hij houdt van voetbal, ruftig zijn, frieten en verbaal abusief zijn tegen vrouwen. Hij is meestal ongeschikt voor de arbeidsmarkt op grond van het feit dat niemand dichter dan vier meter in zijn nabijheid wil komen. We noemen dit type 'de zwaarlijvige luierik'.


Het tweede type is delicater, maar in al zijn onopvallendheid gevaarlijker (denken we). Het type kenmerkt zich uiterlijk door een magere lichaamsbouw, een hoog voorhoofd, schrale baardgroei, een wilde haardos, dito ogen en onverzorgde kledij. Meestal is dit type hooggeschoold (in een totaal irrelevante 'alfawetenschap' zoals kunstgeschiedenis, filosofie of literatuur), neemt het vaak drugs in de vorm van 'wietjes' en spreidt het openlijk dédain tentoon voor een puike krant als Het Laatste Nieuws. Bij de interesses op facebook, een internetapplicatie die de werkende mens totaal onbekend is en waar hij wosiewo toch geen tijd voor heeft, zet dit type dingen als 'Houdt van de films van van Kurosawa' en 'Houdt niet van economische incentieven'. Dit type kan werken, maar wil het niet, en voelt zich te goed om zoals normale mensen jarenlang voor de klachtendienst van een telecomoperator te werken, koffies te gaan halen voor mensen met echte diploma's (rechten en burgerlijk ingenieur) of om zichzelf bij middel van een AK47 in Centraal-afrika te prostitueren ten gunste van de rijken van de aarde. We noemen dit type 'de terminaal werkloze'.

Merken we hier op dat vrouwen niet opgenomen zijn in de fysiognomische beschrijving, want wij hadden zoiets van 'What the fuck, vrouwen, leuk om mee te zoenen maar economisch gezien maken die toch niets uit'. Laat ons een kat een kat noemen (en bijvoorbeeld niet een patrouilleboot van de USN in de Mekongdelta, compleet met pinballmachine, volière en lusthof voor grizzlyberen).

In een vragenlijst aan meer dan 3 zwaarlijvige luieriken (voortaan ZL) en minder dan 6 terminaal werklozen(TW) namen wij onder andere vragen over het welbevinden en de levenskwaliteit van de betrokken personen op en wat we concludeerden was even onthutsend als volstrekt banaal. Deze mensen zijn meestal helemaal niet gelukkig! In vergelijking met onze testgroep, bestaande uit 3 metsers uit het oostblok, zijn ze zelfs ongelukkig. Dit ongeluk is er dus, ondanks het feit dat onze Belgische overheid (haar naam zij geprezen) bakken geld tegen hen aansmijt. Het lijkt me duidelijk dat we alle geldelijke steun aan deze groepen stop moeten zetten. De gigantische uitsparingen in de begroting die we op die manier maken kunnen dan aangewend worden voor een nuttig doel. Defensie bijvoorbeeld, we zeggen maar iets.

Maar is het genoeg om deze mensen zomaar van hun geldelijke steun te ontrieven? We zijn toch allemaal mensen? De één al wat nuttiger dan de ander, akkoord, en wij hebben het dan uiteraard niet over bejaarden en gehandicapten, maar toch mensen. Dat is waar het om draait, onze samenmenselijkheid en hun onnuttigheid en overbodigheid. Moeten we niet denken aan een humanere oplossing voor deze doodsongelukkige blokken aan ons been? Daarom stel ik voor dat we levensbeëindiging openstellen voor TW en ZL gelijk. Zij hebben het recht om zelf te beslissen dat ze waardeloos zijn en beter dood zouden zijn en wij hebben de plicht om hen daarin te faciliteren.

"Nu, nu, nu, dit ruikt hier een beetje naar fascisme" zullen bepaalde lieden vast zeggen. Tegen hen zeg ik: 'niet waar' en ook 'oppassen'.

Mensen laat ons een kat een kat noemen (en niet bijvoorbeeld een flanpuddingsken dat door te lang in de zon te staan denkt dat het een amfibisch wezen in equatoriaal Afrika is), het zijn zware tijden. We hebben niet langer de luxe om dit probleem te blijven negeren. Samen, en alleen samen komen we er door, al wij werkende blanke mannen tussen 25 en 50 jaar. Iedereen heeft een recht op waardig sterven, ook al waren ze in hun leven minder dan waardige uitvreters. Tegen het lijden in de maatschappij! Tegen de tirannie van de dwangarbeid! Excelsior vrienden, we maken er werk van!

Geen opmerkingen: