dinsdag 1 september 2009

Een apologie van Witsel



Toen Johnny ‘The Methyr Matchstick’ Owen, Wales’ boksende trots, op 19 september 1980 de ring instapte zal hij waarschijnlijk niet gedacht hebben dat het zijn laatste gevecht zou worden. Nog minder waarschijnlijk dacht hij dat hij na de wedstrijd nooit opnieuw een ring, een bokshandschoen of enig ander ding zou mogen aanschouwen. In het gevecht in september daagde Owen wereldkampioen Lupe Pintor uit, vocht twaalf ronden als een spreekwoordelijke Welse leeuw maar ging op 25 seconden van het einde op onfortuinlijke wijze tegen de grond. Hij zou nooit meer rechtstaan. Op 4 november 1980 blies hij zijn laatste adem uit in een ziekenhuis, enkele maanden voor zijn 25e verjaardag.

Een bokser weet waar hij aan begint als hij de ring instapt, het gevaar loert en de handschoen is onverbiddelijk. Sommigen, zoals Owen, sterven met de handschoenen aan en anderen worden gereduceerd tot levenslange wrakken en karikaturen van hun oude strijdvaardige zelf. Nog anderen wandelen doorheen hun professionele vechtcarrière zonder een schrammetje en ondervinden ook op latere leeftijd geen last van hun vechtersverleden. Er zijn zelfs boksers die hun neus, toch de oorlogstrofee van elke kamper, vrij elegant weten te houden, al zijn ze schaars.
Als een voetballer het veld op stapt is er geen sprake van een risico in die zin. Op de occasionele hartaanval na sterven voetballers niet op het veld en ze worden zeker niet doodgetrapt. In de spelregels van het voetbal zit het vloeren van de tegenstander niet vervat, integendeel zelfs, het wordt bestraft met een gele, rode kaart, met schorsingen en boetes. Bij boksen is het vloeren van de tegenstander de raison d’être van de sport, of anders, er is geen boksen denkbaar zonder knock-outs. We denkt van wel moet maar gaan dansen.

De vergelijking tussen voetbal en boksen loopt dus al vanaf het begin een beetje scheef. Maar toch zijn er ook gelijkenissen. Zoals bij boksen de dood van een tegenstander een ongewild uitvloeisel is van de eigenschappen van de sport, namelijk het geven van harde stoten op het hoofd en het lichaam, zo is een voet-, knie- of beenblessure een natuurlijk en ongewild uitvloeisel van een eigenschap van het voetbal, namelijk de tackle. De tackle kan verkeerd lopen, een been kan geraakt worden, en dan is er sprake van een overtreding, maar er is niemand (behalve hevige supporters van het geaffronteerde team misschien) die voor een occasioneel vergrijp geen begrip heeft. Zulke dingen gebeuren. Er gebeuren helaas ook andere dingen in het moderne voetbal. Wanneer Cantona in 1987 Bruno Martini in zijn gezicht slaat is dat geen normale gang van zaken: een tackle die verkeerd gaat eindigt niet in een slag in het gezicht. De vuist zit niet dicht bij de voet. Maar een tackle en zijn mogelijke gevolgen zijn dus wel als normaal te beschouwen. Waarom zijn we dan zo geschokt wanneer, ik geef maar een willekeurig voorbeeld, Axel Witsel de scheen van Marcel Wasilewski doormidden breekt?

Sommigen onder ons zullen opteren voor een technische uitleg. Ook de voetbalbond gaat voor een dergelijke verklaring. De definitie van het woord tackle is: het fysiek aanvallen van de tegenstander om de bal te bemachtigen. Witsel ging niet voor de bal, hij kijkt niet naar de bal, dus er is geen sprake van een balduel of een tackle maar van een aanval. Aanval: het te lijf gaan.
Witsel ging Wasilewski te lijf.



Is de voetbalkous daarmee af? Wat is dan het verschil tussen fysiek aanvallen in de zin van een tackle en te lijf gaan in de zin van een aanval? Witsel wordt her en der door mensen moordenaar genoemd. Op het journaal vinden ze het zelfs niet nodig om de kreten die men hem naar het hoofd slingert weg te filteren. “Assassin” weerklonk het ongegeneerd en ongenuanceerd door de televisieluidsprekers in duizenden Vlaamse en Waalse huiskamers. In de gangbare betekenis van het woord moordenaar is Witsel echter minder een moordenaar dan Lupe Pintor. Toch staat Pintor niet bekend als moordenaar, en niemand nam hem de dood van Owen echt kwalijk, en kan Witsel na zoiets banaal, ten opzichte van de dood, als een beenbreuk op geen enkele sympathie rekenen. Hij ging iemand te lijf, akkoord. Maar iemand te lijf gaan kan in voetbal met recht, want dat hoort bij voetbal. Net zoals het bij boksen legitiem en zelfs vereist is van iemand hard op zijn hoofd te stompen. Met zijn aanval stopte hij de tegenstander en zorgde er wellicht voor dat de bal naar zijn eigen ploeg ging, ook al kreeg hij hem zelf niet aan de voet. Er zijn dan een paar mogelijkheden wat de intentie van Witsel betreft. Ofwel ging hij bewust voor de scheen van Wasilewski, ofwel dacht hij aan de wedstrijd en stopte hij Wasilewski om de match te winnen, waarbij die, als onfortuinlijke bijzaak, zijn scheen brak. Banaal verschil?

De machiavellistische logica van sport vraagt, nee, eist, dat deelnemer aan het spel doen wat ze kunnen om de match te winnen. Dat geldt voor boksen, schaatsen, wielrennen en voetbal gelijk. De vraag is dan: moeten we Witsel als het niet zijn intentie was om een scheen te breken, maar slechts een bijzaak, zo hard aanvallen en veroordelen? Het antwoord lijkt me zonder enige twijfel nee te zijn.
Als Witsel dacht, “ik geef een tackle, stop de aanval en offer mezelf daarbij mogelijk op voor het team want ik kan een kaart krijgen” dan treft hem geen schuld. Is het mogelijk dat hij dat dacht?
Wasilewski bevond zich niet in een echt gevaarlijke positie, dus het zou een beetje dom zijn om dat te denken, dat is zeker. Maar domheid is geen misdaad, anders zat de 95 procent van België vast. Als Witsel geen dommerik is kan hij gedacht hebben “ik ga de bal stoppen en ik zal hem daarbij pijn doen, als toetje.” Dat is al een gradatie erger en dan lijkt een uitsluiting van enkele maanden een gepaste straf. Als hij echter dacht “ik ga die mens pijn doen, we zien wel wat er met de bal gebeurt” dan plaatste hij zich daarmee eigenlijk buiten het spel en werd daardoor vogelvrij voor de wereld. In het laatste geval is Witsel een sociopaat en moet hij uit de maatschappij verwijderd worden.

Wie zal ooit zeggen wat de jongeman bij zijn stoute actie dacht? Ik niet, de voetbalbond niet en de supporters van de betrokken ploegen hoegenaamd niet. We kunnen dan besluiten met de opmerking dat waar gehakt wordt spaanders vallen, waarbij het been van Wasilewski de jammerlijke spaander is, en dat Witsel binnen enkele maanden waarschijnlijk terug voetbalt. En waarom ook niet? Zolang we niet zeker van zijn boosaardigheid zijn moeten we hem het voordeel van de twijfel geven. Of we stiekem geloven in zijn rechtschapenheid of niet doet er niet toe, we kunnen alleen strikt formeel-juridische maatstaven hanteren. Sportmannen in België zijn immers ook leden van onze rechtstaat, en dat is wat wij hier (idealiter) doen.

Geen opmerkingen: