vrijdag 23 december 2011

Om maar iets te zeggen: vroeger was ik veel gelukkiger.

Met een licht gevoel van koppijn denk ik,
Steeds maar mijn gedachten kapot,
En langs de sluipwegen van de rede
Gaat het gevoel me met iets bots te lijf,
En alles van waarde wordt verbrijzeld.

Er zaten ooit,
Zestien zielen in een necrologisch pact,
Waar Daan en Riet in een trein zaten,
En met de taal als waanzinnigen,
Door hun hoofden daverden,
Dat begin was het einde,
Van het lichtvoetig zuigen aan donkerroze tepels.
Door te veel massa tot zwarte gaten verworden,
Werd het punt van geen ontsnapping ingezet,
Kromme vingers, scheve ruggen, immobiele schele ogen.

Zo die ene daar zei,
“Bevrijd u met het woord,
Gij pover existerend wezen,
Maak uzelf toch vrij.”
Kan ik toch wel vrijlijk conjecteren,
Dat hij in zijn armoire,
Geen dansschoenen liggen had.

Geen opmerkingen: