vrijdag 20 juni 2008

Taalpuriteinen

Vreselijk vind ik het. Eerst shrijf je een inspirerend en bovendien zeer komisch stuk vol gekke witsen en dolle fratsen van het genre 'een brandende zak' met stront. Je levert het stuk in waarna een eindredacteur ermee aan de slag gaat. Eindredacteur in Vlaanderen, dat wil zeggen in het Bargoens: een semi-autistische Germanist die geen kloten geeft om inhoud en humor en die je stuk reduceert tot een zeer correct maar aride landschap. "Motherfucker!", denk ik dan.

On toch even enige nuance in te lassen, eindredacteurs zijn een broodnodig gegeven. Als je eens rondkijkt op de verschillende blogs op het internet zie je dat al heel vlug in. Sommige taalfouten zijn echt lelijk, storend en maken een eenduidige interpretatie van een tekst onmogelijk. Maar als ik, uit naam van de ironie, bepaalde uitdrukkingen wens te gebruiken die nogal omslachtig zijn, dan vind ik de bemoeienissen van zo'n eindredacteur opeens onuitstaanbaar.

Het lijkt me, en ik heb hier uiteraard geen enkele empirisch bewijs voor, dat er in onze buurlanden landen geen situatie heerst die met onze Vlaamse patstelling te vergelijken is. Wanneer spitse Britten hun pennen in een absurdistisch spervuur van neologismen willen dopen is er niets aan de hand. De eindredacteuren doen er wat ze dienen te doen, verbeteringen aanbrengen in de stijl, spelling en in het metrum. Ze zuigen niet alle creativiteit uit de teksten. In Frankrijk is de situatie nog sterker, de postmoderniteit werd er uitgevonden, en je kan geen postmoderniteit zeggen zonder neologismen te schreeuwen. Zo kan ik wel nog een tijdje door.

Een hele tijd geleden nam ik deel aan een schrijfwedstrijd voor jong talent. De Nederlandse organisatoren deden daar zeer smalend over het 'niveau' van de Belgische inzendingen. De inzendingen stonden vol taalfouten, onbegrijpelijke woorden en waren over het algemeen maar povertjes, aldus de organisatie. Ik dacht meteen: "Lijkt me vreemd? Zijn we dan werkelijk zo ongetalenteerd?"
Het antwoord kwam toen de winnaar werd aangekondigd. Inderdaad, de jongeman barstte van het talent en had veel literaire stijl. Desondanks klonk zijn schrijfsel toch wel zeer noord-Nederlands, en hoewel de man een Antwerpse achtergrond had, kon je daar niets van terugvinden in zijn 'creatie'. De Nederlandse luiden smulden ervan en ik kon mijn irritatie niet meer verbergen en begon dingen te schreeuwen. "Puik" en "Naatje" en meer van die dingen. Ik was niet de populairste gesprekspartner tijden de fuif achteraf. Het zij zo.

Maar wie bepaalt er eigenlijk wat er correct is op talig vlak? De Nederlandse Taalunie is een samenwerking van Vlaamse en Nederlandse taalorganisaties. Als de Nederlandse Taalunie 'spring' zegt, zeg je vlekkeloos Nederlands 'hoe hoog?'. Ik vind zo'n samenwerking een zeer absurd gegeven. Iedereen weet dat een taal met verschillende snelheden evolueert in verschillende culturele invloedsferen. Hierdoor lijkt het soms dat Vlamingen en Nederlanders, hoewel hun talen grotendeels onderling intelligibel zijn, toch een andere taal spreken. Hele generaties Germanisten zijn volledig aan dit feit voorbijgegaan, gebrainwashed door de autoriteit van de grote noord-Nederlandse Taalunie.

Vandaag de dag lijken de Germanisten meer en meer hun standpunt te wijzigen en wordt de identiteit van de Vlaamse taal verder en verder uit het vagevuur van de miskenning gehaald. Binnenkort worden we misschien zelfs niet meer met een scheef oog bekeken wanneer we zeggen "Ik spreek Vlaams". Maar er is nog een hele weg af te leggen.

De Engelse taal schrijdt intussen voort, een linguistische demarche die nog steeds zijn hoogtepunt nog niet bereikt heeft. Ik merk bij mezelf op dat de invloed hiervan onmiskenbaar zich onmiskenbaar laat gelden in zijn taalgebruik? Is daar eigenlijk iets mis mee? "Barbarisme! Barbarisme!", schreeuwen taalpuriteinen. En oh wee wanneer je leentjebuur speelt bij de Franse taal, die immer dominante bedreiging voor onze Nederlandse taal. De Fransen willen via de taal immers de zuidergrens van Vlaanderen verleggen, in ons taalgebied oprukken en onzer culturele identiteit onderdrukken als de barbaarse honden die ze zijn. Overdreven voorstelling van de houding van veel Vlaamse filologen? Nauwelijks.

Kunnen we hier in Vlaanderen niet een keertje van onder onze kerktoren komen en onze taal, als het vloeibare vehikel dat ze is, zich in al haar pracht laten ontplooien tot een nieuwe kristalijne verschijningsvorm? Vast wel, want dergelijke dingen houd je toch niet tegen. Er zal dan wel weer een heleboel gezeik aan te pas moeten komen.
Ik kijk er al naar uit.

1 opmerking:

Anoniem zei

Schoon gezegd Frank, schoon gezegd