Mompel zachtjes mijn asem zoek,
Zoals toen vaders dichters waren,
En eer moeders als peulen spleten,
Op het einde van onze periode,
Duur betaalde tijd in ongenade.
Lompe beulen onbehouwen,
Met één slag het vas eraf,
In colonne met getrouwen,
Daden maken helden laf.
Jouw kruipende vlees,
Als een epifyt rond het mijne,
Borsten die overrijp hingen,
Je tenen stomp, je zolenrimpels,
Je centrum diep en duister,
Kussens van dons en donkergeel,
Larmoyante frasen die je prees,
Stoten, tranen, zweet, ritmisch,
Veel te traag en veel te snel,
Perfectie is onderdrukking,
Bevrijd in onze
kromheid,
Contrapunt in dissonant,
Je vloeit knip weg door mijn ogen,
Over de zee van rust haast samen,
Dat kan je aan geen mens vertellen,
Toen was liefde geen woord,
En met jou niets te zeggen,
Stoppen kan ik niet kunnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten