Betreft: Open sollicitatie vacante functie ‘Grapjas’ bij De Morgen.
Lieve hoofdredacteur en/of HR luitjes,
Ik ben een trouwe lezer van jullie krantje. Jullie horen dat vast graag, durf ik te wedden, en er komt dan nog eens bovenop dat ik de laatste grote intellectueel van het Avondland ben, dus dat is wel een pluim in jullie revers. Bravo hoor.
Maar voelen jullie zich toch ook maar niet te geflatteerd. Zo goed is "De Morgen" nu ook weer niet. Eerlijk gezegd zou ik het blad mocht ik een Brit zijn nog niet gebruiken om mijn hol mee af te vegen. Het is gewoon dat alle andere kranten in België nog meer kut zijn dan die van van jullie. Vandaar mijn evidente keuze voor De Morgen. Hebben jullie even geluk zeg.
Er zijn dus wel een hele hoop dingen die wat beter kunnen in De Morgen, maar ik zal jullie niet bezwaren en vervelen door al die dingen op te sommen.
Grapje! Ik ga dat natuurlijk wel doen, jullie journalisten bezwaren en vervelen me bijna elke dag dus het lijkt me niet meer dan eerlijk dat ik ze even een koekje van eigen deeg bak. Laten we eens stap voor stap door de krant van vandaag (9 december) gaan. Tot pagina drie, want daarna is mijn pizza wellicht klaar, en zo belangrijk is deze hele kutbrief nu ook weer niet.
Op de voorpagina pakken jullie groot uit met een scoop over een gehandicapt kind en de beroepsfouten van een dokter. Lijkt me eerder een artikel voor de voorpagina van Het Laatste Nieuws of Dag Allemaal, maar goed, we zullen er voor de eenvoudigheid van uitgaan dat het merendeel van de lezers van De Morgen subintelligente debielen zijn. Yves Desmet heeft dan een opiniestuk klaar op pagina 2 waarin hij het begrip schade analyseert. Hij gaat er daarbij vanuit dat hij dat ook kan. Dat is niet echt het geval, maar toch mooi geprobeerd.
Ik vind Yves een sympathieke mens. Ik kreeg ooit eens college van hem, en we vroegen hem of hij de linkse zaak en lifestyle niet met elkaar vond conflicteren. Daar kon onze guitige salonsocialist alleen maar om glimlachen! Zo van "ngngngng!". Dat doet hij wel meer, hij argumenteert niet echt, maar wint toch op pure retorische schalksheid. Schattig, maar een beetje irritant, vooral in een krant. Hij zou er dus beter aan doen van meer op zijn pleemuur te schrijven en minder in de krant.
Dat geldt ook voor de ouwe mopperaar Hugo Camps, die drie keer per week een column schrijft, die dan op de voorpagina verschijnt. Zo gaat dat. De misantropische observaties van Camps toveren bij mij nu eens een diepe zucht uit mijn lijf en dan weer een grimlach op mijn gezicht, met een veel hogere frequentie van het eerste effect. Ik denk eerlijk gezegd dat iedereen zijn gemompel een beetje ziek is. Het is wellicht een originele vondst om De Laatste Show ‘metafysica’ te noemen, maar waar slaat het in godsnaam op? Als ik zeg dat SOS Piet een simulacrum is kan ik misschien ook hoog scoren bij een bepaald genre van Baudrillard lezende intellectueel, maar dat neemt niet weg dat het een nulvergelijking is.
De metaforen en vergelijkingen van Camps slaan dus vaak op niets. Ze zijn gewoon halfseniele pedanterie van een verzuurde malloot. Kan ik alleen maar sympathie voor hebben, maar ik wil zijn bullshit niet noodzakelijk ook nog lezen.
Erger gesteld is het met de kurkdroge azijnkan Margot Vanderstraeten, die ook al
drie keer per week een column op de voorpagina mag volkwakken. Sympathie noch genot verleen ik aan haar wilde en incoherente inktgeblaf. Margot verwart literair schrijven met het geven van willekeurige incoherente observaties.
“Ik zag een fiets. Dan zag ik een kind. Daar was een vader bij. Die vader was niet gelukkig. Veel mensen zijn niet gelukkig. Geluk is asperges eten.” Zoiets.
Eens ze uitgerambled is plakt ze aan het inconsistente geheel dan nog een moraal die de secretaris van de bond zonder naam nog beschaamd zou doen wegkijken en klaar is Kees, verbale diarree is geschied.
“Het leven in de stad is een kooi zonder einde met een deur van gelatine. Maar wie heeft er nog trek en de duiven slapen al.” Zoiets.
Wel, nu ik het zo herlees, dat is eigenlijk nog hoogstaander dan Margot haar gekribbel, of laten we het prut noemen, ik denk dat dat de technische term is. Prut.
Op pagina drie van de krant gaat het helemaal fout. Het gaat om een paginabreed stuk over de Belgische politiek met de titel “Griekse tragedie in de Wetstraat”. Ik moest meteen fronsen, maar ik besloot om het toch een kans te geven. Dat was een vergissing.
Nu is er ten eerste niets dat de gebeurtenissen in de Wetstraat gemeen hebben met een Griekse tragedie. Ik kan me zelfs niet voorstellen wat ermee bedoeld wordt. Spraken de Walen plots Grieks? Begeert Yves Leterme zijn bejaarde moeder? Heeft Apollo de pest over Brussel doen komen? Wil Joelle Milquet haar kinderen laten vermoorden? Het verband van de beschreven gebeurtenissen, belachelijk politiek getwist over pietluttige communautaire kwesties zoals steeds, met enige Oudgriekse literaire werken is volledig bij de haren gesleurd.
Daarbovenop hebben de betrokken journalisten nog eens de belachelijke moeite genomen om de gebeurtenissen op een zeer arbitraire manier in te delen in de drie klassieke delen van een tragedie. Je kan eigenlijk alles op die manier in drie delen kappen en het een Griekse tragedie noemen.
Bijvoorbeeld: het middagmaal van frank D’hanis, een Griekse tragedie in Gent. Prologos: ik ga kaas kopen in de winkel. Epeisodion: ik smeer mijn boterhammen en eet ze op. Exodos: ik ga eens kakken. Ik ga dan best wel dood na het kakken, want zo ging dat bij die ouwe Grieken.
De gebeurtenissen in de Wetstraat hebben niet alleen niets gemeen met de structuur van de Griekse tragedie maar zeker ook niets met de inhoud, zoals ik nogmaals wil benadrukken. Ik herinner jullie nog even aan de courante thema’s van de Griekse tragedie: dood, echtbrekerij, ziekte, incest, familiemoord en seks. Gelekte e-mails over banaliteiten zitten daar niet echt tussen, zoals jullie wel zullen opmerken.
Als de echte Griekse tragedie een dergelijke lauwe ontknoping (Vande Lanotte die gesprekken voert met Franstalige politici) had gehad dan was ze nooit zo goed bewaard gebleven in de Westerse culturele traditie.
Kortom, ik kan die hele pagina alleen maar opvatten als de mislukte poging tot een journalistiek grapje, en ik hoop dat de betrokkenen hiervoor ontslagen en/of gecastreerd/geïnfubileerd geweest zijn.
Gelukkig is er ook hoop. Ik bied mezelf aan om voor een schijntje (min. 1600 euro per maand en de A-team camionette als bedrijfswagen) jullie komisch adviseur te worden. Ik solliciteer hierbij officieel om de Grapjas van De Morgen te worden. Jullie hebben het nodig.
Mijn kwalificaties zijn dat ik de laatste grote intellectueel van het Avondland ben,
dat ik een diepe mensenhaat bezit die Hugo Camps zou doen blozen en dat ik goed lig bij jonge wijven die graag intellectuelen pijpen. Ik kan typen en ik spreek talen, denk ik.
Relatieve minpuntjes zijn mijn geweldig narcistisch afhankelijke persoonlijkheidsstructuur, een onvermogen om me in te leven in zwakkeren, beesten en kinderen en de neiging om Mia Doornaert recht in haar foef te schoppen. Maar misschien zijn al die dingen net voordelen om een journalist te zijn in België!
Goed, laat me iets weten of ik aangenomen ben. Of ook niet, ik ga er niet echt wakker van liggen.
Ongemeend hartelijke groeten,
Frank D’hanis
Symbolism in Back to Anping Harbour
4 jaar geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten