Download het hele verhaal als Epub: Hier
Toen Blaffetuur Argwanend die ochtend opstond had hij erg
veel zin in een gekookt eitje. Tricky, want die dingen waren in het jaar 2545
gewoonweg niet meer voorhanden. "Dan maar opstaan en de tanden
poetsen!", dacht Blaf desondanks vrolijk, want een levensgenietende
levensgenieter dat was hij. "Genieten maar!", riep hij soms, gevolgd
door, "Van het leven! Levensgenieten!" Een Gezelligaard was Blaf ook,
hij kon bij tijd en stond in zijn gezellige living annex woonkamer zitten en
een geheel spijsverteringsongerelateerde scheet laten. Zomaar voor de
gezelligheid.
Het tandenpoetsen bleek uiteindelijk ook een beetje tricky,
en zeker ook wat overbodig, want in het jaar 2545 aten de mensen al lang niet
meer met tanden maar met een soort van gegalvaniseerde buizen die rechtstreeks
op de maagwand waren aangesloten. Het water was bovendien al sinds het jaar
2345 opgedroogd, nadat de op dat moment bijna vierhondejarige Al Gore een
globale ramp veroorzaakte door te voorzichtig te zijn. Je weet het nooit in de
ecologie. Wat toont dat je die dingen (rampen, orkanen, mensongerelateerde
catastrofen) toch nooit echt kan voorspellen, ook al doe je je best.
"Een beetje rare ideëen heb ik vandaag", dacht
Blaf. Terstond herstelde hij zich en besloot hij om zijn darm aan te sluiten
aan het verteervoortstuwapparaat en een partijtje te gaan masturberen op de
holocomputer. Masturberen was, in tegenstelling tot in alle voorgaande eeuwen,
in de 26e eeuw een geheel en al respectabel tijdsverdrijf geworden. Vorsten en
verlichte despoten alom gingen er prat op dat ze tot 6maal per dag aan hun
zielige fishstick rukten en dat er wat hen betrof geen belangrijker doel was in
het leven dan het vervullen van deze solitaire onanische daad. Na een grondig snokbeurt
op de tonen van Händels Watermusic op de vibrerende stoel in de holokamer
besloot onze held dat het tijd was voor een grondige afblaasbeurt met de
koolstofvernieuwer.
Plots ging de draagbare telefoon van Blaf over. (De telefoon
was, ondanks de aanzwellende kritiek van artsen over hersentumoren en
stralinggerelateerde ziekten, steeds erg in zwang gebleven in alle lagen van de
bevolking. Natuurlijk zagen telefoons er in de voorgaande eeuwen heel
verschillend uit. Ze waren groter, metaliger en leken hoegenaamd niet op een
pindanoot. Zelden bevonden ze zich in het slakkenhuis dichtbij de trommelvlies
in het binnenoor. Dat laatste gebeurde wel maar er was dan meestal sprake van
één of ander misverstand.) Blaf nam op en de stem van Mia weerklonk. Ze was één
van de top-vijf-fictiefiguren die Blaf toebedeeld had gekregen. Ieder persoon
had recht op vijf zintuiglijk volledig aanwezige hologrammen, die meestal de
voornaamste sociale functies bekleedden van de persoon in kwestie. Na een
versnelde jeugd waarin achttien jaren in één maand gecompresseerd werden mocht
elk persoon zijn persoonlijke keuze maken. Een fictieve vrouw of man, een
fictieve beste vriend of vriendin en een fictieve minaar/minares. De andere
twee keuzes waren volledig vrij in te vullen, maar de meeste mannen kozen voor
twee bijkomende seksuele partners. De meeste vrouwen kozen voor twee seksuele
partners, maar met dat voorbehoud dat de extra fictieve personen in het geval
van kiezende vrouwen meestal ontworpen werden met het label 'goede vriend' en
vervolgens omhoog gingen in de hiërarchie. Het systeem van de fictieve personen
had voor de regering enkele belangrijke voordelen. Ten eerste werd er niet meer
gekweekt aangezien de partners geen echte biologische wezens waren maar
bewegende en tastbare 3d-afbeeldingen. Ten tweede stond het de overheid toe om
hier en daar de staatskas te spekken door exclusieve deals te sluiten met
bepaalde bedrijven die in het systeem van de fictieve personen een
onevenaarbaar potentieel aan reclameboodschappen zagen. Om diezelfde reden
boden de fictieve personen in verkiezingstijd grote voordelen.
Mia was een beetje een doorn in het oog van Blaf. Het mens
kon, zeker in aanmerking genomen dat ze fictief was, een eind doorlullen en
klagen over alle dingen waarvan zij meende dat hij ze voor haar diende te doen.
Ze was nochtans slechts zijn nummer vier.
"Hey Blaffie, drink je ook een 'Moluska Stikzand'.
Lekker en toch niet duur. Je weet waar je aan toe bent als je Stikzand
kiest."
Blaf zuchtte luidop aan de telefoon, hier had hij helemaal
geen zin in. Fictieve Mia maakte de hele tijd op zo'n doorzichtige manier
reclame. De programmeurs die zich met haar bezighielden mochten ze wat Blaf
betrof aan hun teelballen ophangen. Het was allemaal zeer vervelend.
"Luister Mia, ik ging net in de CO-vernieuwer.",
braakte hij uit, "Ik heb zin in, noch tijd voor je corporatieve
praatjes." Hij duwde de ingebouwde schedeltelefoon uit met zijn tong.
En terwijl de rode zon opkwam over de nog slapende
megalopool Durbuy, trok Blaf Argwanend zich voor de tweede maal af in de
holokamer.
Nummer 1, Wendy (Blaf hield nogal van ouderwetse namen, hij
had haar om die reden gekozen) vertelde hem de dag ervoor dat ze van hem hield.
Maar daar gaf Blaf niet zoveel om. Heel het concept van de liefde vond men
nogal ontechtnologisch. Het was allemaal behoorlijk genant, om eerlijk te zijn.
Liefde paste nog steeds in geen enkele beschrijving en vele van de nieuwe
generatie ingenieurs vonden dat het maar beter overboord kon gegooid worden.
Maar het was een hardnekkig concept, het bleef ergens op de achtergrond
sluieren en waar intelligentie ontstond, in mens, machine of hologram daar dook
het ook af en toe op. Het was een punt van de opperste eer dat een programma
dat een ingenieur of programmeur (het onderscheid tussen beide beroepen was
meer en meer arbitrair geworden)ontwierp nooit glitches in de richting van de
liefde vertoonde. Wendy viel de laatste tijd meer en meer ten prooi aan
dergelijke bugs. (Echte insecten waren sinds de grote insectenbrand in 2222
allemaal uitgeroeid. Miljarden en miljarden verkoolde insectenlijken dienden
met grote sneeuwruimende hybriderobots van de straten geveegd te worden. Een
grote voorspeller had de ramp in 2156 nochtans al voorspeld maar de insecten
wilden, verblind door het onbreekbare geloof in hun eigen taaiheid, niet
luisteren.)
Zolang hij zes keer per dag masturbeerde bleef Blaffetuur
Argwanend onvatbaar voor de amoureuze uitspattingen van dit gesofisticeerde
softwareprogramma.
In zijn medicijnenkastje had Blaf een hele zooi medicijnen
die op een nanoschaal de macroprocessen van zijn bewustzijn onherkenbaar
veranderden. De tijd van medicijnen met moeilijke namen was lang voorbij. Je
had nu simpelweg 'de pretpil', 'de erecto-lustpil' en 'de
Ikslajeminaarmeteenbasebalbattotmoespil'. Hij nam een pretpil en een
antisentimentpil en voelde de onzekerheid die hij soms na een beurt in de
holokamer voelde wegebben. Blaf had geen werk, werk was al sinds de 22e
eeuw afgeschaft, en geen echte bezigheid die je als een passie kon bestempelen.
Van het moment waarop hij opstond tot aan het slapengaan bleven er ongeveer 16
uren. Zestien onbestemde uren vol pillen en holobeelden. De gemiddelde
levensduur was gestegen tot 250 jaar, een lange tijd om door te brengen met
voornamelijk niets doen.
Over de nachtelijke straten van Durbuy liepen holenmensen,
mannen en vrouwen, en elke avond stegen hun getalen. Zij waren uit op de puur
fysieke kick van het vernietigen van het lichaam van de ander.
Ze vertrokken rond tien uur 's avond uit hun
luxe-appartement, high door illegale woedepillen. De overheid wist helemaal
niet hoe ze de rondtrekkende bendes het best kon bevechten. Behalve de illegale
handel in woedepillen bevechten, een handel die zich in de marge van de
Groot-Westerse Federatie afspeelde, stonden Ohm en zijn Stroombestuur, de
hoogste wettelijke en bestuurlijke instantie, machteloos. De overheid had het
monopolie om geweld te bevechten maar niemand wist nog precies hoe dat ging,
behalve de half-mechanische soldaten. Niemand dacht eraan om de militairen
binnen de grenzen van de burgermaatschappij een rol te geven. Hun technieken
waren te zeer gestoeld op de onmiddelijke uitroeiïng van alle verzet mits
geweld. De barbaren aan de grenzen werden van hun schamele motortuigen
geschoten met hoogtechnologische apocalyptische wapens. Zoiets vond zelfs de
meest radicale politicus binnen de grenzen van de federatie niet wenselijk,
want het zou de economie kelderen, de vechter waren zeer vaak leiders en
industriëlen. De agressiezoekers bleven aldus redelijk onbestraft binnen de
grenzen van de steden rondlopen en het was een algemene waarheid geworden dat
alleen dwazen zich nog laat op de straat waagden.
De vierde keer masturberen ging moeizamer. Gelukkig was daar
ook een pil voor.
“Gelukkig maar", dacht Blaffetuur.
Na de vierde masturbatiebeurt verwachtte hij een telefoontje
van Wendy. Verwachten was een beetje een understatement want Wendy was
gewoonweg geprogrammeerd om rond 15u00 te bellen. De telefoon ging echter niet
over. Blaf maakte zich niet meteen zorgen.
De vijfde keer masturberen was een verschrikking. De pillen
maakten hem zo geil dat hij al heel vlug zijn kruit verschoot maar hij bleef
met een gevoel van ultieme leegheid, dat wil zeggen zowel fysiek als mentaal,
achter. Hij nam nog een pretpil en voelde zich terstond beter.
Na de vijfde keer maakte Blaf zich toch wel zorgen. Hij
besloot om naar technisch onderhoud van geliefden (Gemeenzaam bekend als de
TOG) te bellen. Hij kreeg de hoofdprogrammeur van zijn fictieve personen aan de
lijn.
"Meneer Argwanend, we wilden u nog bellen. Het is erg
druk."
"Niets te ernstigs", gaapte Blaf tegen deze man,
één van de enkelingen met een job én een menselijk lichaam, ook al was hij voor
meer dan 75% cybernetisch.
"Hoop ik?", vervolgde Blaf iets scherper toen er
een stilte viel aan de andere kant van de lijn.
"We hebben alle contact met uw nummer 1
verloren.", klonk het aan de andere kant. De stem klonk angstig, bijna
hysterisch.
"Hoe kan dat?"
"Dat kan niet."
"Maar hoe kan dat gebeuren, jullie hebben haar toch
constant onder bewaking?"
"We kunnen alleen denken aan een terroristische daad.
Die komen de laatste tijd meer en meer voor."
"Van wie dan?"
"Ja, van wie dan? Dat is een goede vraag?"
"Ik vroeg van wie dan?"
"Precies. Van wie dan."
En na een pauze vervolgde hij, " Ik vrees dat we
voorlopig niets kunnen doen. U zal deze uren maar moeten uitzitten, ik begrijp
dat het niet makkelijk is. Wij hopen dat u toch nog tevreden bent over de diensten
van InstaHolo Ero Services, voor elk persoon zijn droom, voor elke droom zijn
hologram, en zullen…"
Blaf verbrak de verbinding en zuchtte. Hij keek naar de klok
en het pijnlijk traag verstrijken van de seconden. De digitale cijfers prikten
in zijn ogen. Hij had dringend een kalmeerpil nodig.
De zesde keer kon hij zich niet concentreren op de ritmische
beweging. Na een twintigtal minuten werd het pijnlijk. Hij besloot om er maar
mee op te houden.
Na de zesde keer was het tijd om zich aan te sluiten aan de
verteringsmachine. Na de maaltijd volgde steeds het paringsritueel met één van
de vier hologrammen, meestal met de nummer 1, occasioneel met één van de
anderen maar Wendy was nog steeds spoorloos dus er zat weinig anders op dan één
van de anderen erbij te halen. Blaf merkte bij zichzelf een grote tegenzin om
de andere fictieven iets te laten weten. Wendy leek zoveel echter dan de
anderen, die waren zo gemaakt, zo vals.
Hij nam een slaappil en ging slapen.
's Nachts kwamen de dromen. Rusteloosheid overviel hem. Hij
zzag de horden van ver op zich af komen. Ze hadden degens, knuppels, ze wilden
bloed zien. Ook tegen de verschrikkelijke visioenen zijn er pillen maar hij nam
er geen. Zijn dromen gaven hem een gevoel dat hij moeilijk kon uitdrukken in
woorden, een gevoel dat hij wel waardeerde. Hij wilde het niet chemisch
onderdrukken, ook al schreef de wet dat eigenlijk voor.
Om 3 uur ontwaakte hij uit zijn turbulente slaap. Hij stond
op om een nieuwe pil te nemen. Hij kreeg telefoon. Het scherpe geluid sneed
dwars door zijn schedel. Er was een algemene, ongeschreven, maar door iedereen
aanvaarde regel dat je iemand na 10u00 niet meer opbelde. Hij drukte op opnemen
en de stem van Wendy weerklonk.
Lees verder: Rit naar Messier 24.